United States or Kenya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Behalve de oorspronkelijke Lappen of Finnen en de het land binnengetrokkene Germanen, weten wij van geen ander eenigzins gewichtig volk af, dat zich blijvend op het groote schiereiland nedergezet of uitgebreid heeft. De ethnographische geschiedenis der Skandinaviërs is daarom vrij eenvoudig.

Even als vele andere Germanen, hebben zij ook altijd eene groote neiging gehad, voor het tot de vizioenen- en geestenwereld behoorende, en Swedenborg en consorten hebben bij de Zweden evenveel aanhangers gevonden, als bij de Duitschers Stilling, de zienster van Prevorst enz.

De talen der andere later komende volken echter werden uit het sissen, ruischen, knetteren, flikkeren en uit het schuim van het taal-brouwsel in den ketel, gevormd. De Italianen zelve hadden geen treffender satire op de harde en met consonanten overvulde talen der Germanen en Slawen kunnen uitdenken.

Deze zienswijze wordt onder anderen ook ondersteund door de opmerking, die eenige taalonderzoekers gemaakt hebben, dat namentlijk de Finsche taal met die der in Europa ook overoude Iberiërs en Celten, met welke de Finnen het bezit van het wereldeel deelden, veel meer overeenkomst heeft dan met de talen der jongere Germanen en Slawen.

En hoewel bij de Germanen, sinds zij tot het Christendom overgingen, de oorspronkelijke eerbied voor de vrouw in het algemeen allengs verminderde, wijl de geestelijke met het oog op den zondeval in het Paradijs hen leerde de vrouw als een onrein wezen, als de verleidster van den man te beschouwen, toch bleef bij hen de eerbied voor de maagdelijke reinheid ongeschokt.

De gelaatstrekken der Galliërs zijn, volgens Cesar, levendiger en hebben meer uitdrukking dan die der Germanen. Zij hebben krulhaar, en groote, zeer beweeglijke oogen.

Iets dergelijks ontwaart men ook in de geschiedenis der volken. De Chinezen bijv. bezitten klaarblijkelijk minder aanleg dan de Duitschers, en niettemin waren zij voor achttien eeuwen beschaafder dan de Germanen.

Zoo, bij voorbeeld, is het zeer merkwaardig, dat hij bij zijne ruwe Germanen ook reeds eene hun aangeborene gehechtheid aan hunne Vorsten ontdekt heeft. "Bij hunne Vorsten de eerste plaats in te nemen," zegt hij, "is bij alle Duitschers eene zeer begeerige zaak, waarop zij allen ijverzuchtig zijn.

De hoogere mythologie, volstrekt zelfstandig ten overstaan der lagere, wordt vertegenwoordigd door de vereering van den machtigen god des hemels, den Indischen Dyâush, den Griekschen Zeus, den Romeinschen Jupiter, die bij de Oude Germanen den naam droeg van Ziu. Alle Indogermaansche talen wijzen hier op een vereering van den "Stralenden Hemel" als hoogste godheid.

Maar tevens is zij de voornaamste bron voor de kennis van de godenleer der Germanen, die woonden ten Zuiden van de zee. Wat in het Noorden Odinn was, was Wodan hier, en de naam beteekent hetzelfde, hun Thor was onze Thonarr.