Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Men kan de saus garneeren met kersen of aardbeien, rozijnen en gemalen amandelen. Karnemelkpudding. Men zet 3 liter karnemelk op het vuur, waarin men telkens roert om het klonteren te voorkomen. Men zoet ze naar smaak met bruine suiker. Verder voegt men er wat geraspt geel van een citroenschil in en wat vanille.

Aardappelen worden met de schil gekookt, afgetrokken, en, als zij geheel koud zijn, geraspt. Dan weegt men ze, en neemt van het geraspte 6 o., 2 1/2 l., spreidt het op een vlakken schotel uit, en zet het tot den volgenden dag op eene luchtige plaats.

Men roert er een kluitje boter door en desgewenscht wat geraspt geel van een citroen. Suiker naar smaak. Appelmoes van gedroogde appelen. Nadat de gedroogde moesappelen goed zijn gewasschen met lauw water, worden zij den nacht over in zacht water gezet, zoo dat het water een paar vingers boven de vruchten staat.

Men rolt die daarop ieder afzonderlijk in geraspt wittebrood, vervolgens in geklutste eijeren, eindelijk nogmaals in wittebrood en bakt ze in de pan in boter of reuzel. Een zeer fijn recept is enkel gehakt kalfsvleesch en dit tot pap gekookt, met zout, meel, melk en veel notemuskaat, overigens behandeld als hierboven gezegd is, maar in gestampte beschuit, in plaats van brood gerold.

Pegang koedahnja toewan kommendaan: hou 't paard van m'nheer den kommandant vast! Klapperwater. Dit is 't vocht dat men in Holland "kokosmelk" noemt. Het is koel en frisch, maar wordt zelden gedronken. De klappa, kelappa of kokos wordt, meestal geraspt, by 't bereiden van spys in de keuken hoofdzakelyk echter tot het slaan van olie, maar zelden als ooft, en nooit als spys gebruikt.

Het vleesch wordt langzaam geklopt; dan wrijft men het in met wat zout en peper, doopt het in geklutste eijeren met notemuskaat, wentelt het in gestooten beschuit of geraspt wittebrood, en legt het in de pan met kokende boter. Zoo laat men de côtelettes onbedekt gaar braden en keert ze slechts éénmaal om, maar bedruipt ze telkens.

Dan besmeert men een schotel dik met boter, strooit er geraspt wittebrood over en legt het vleesch er in, met balletjes er tusschen van de farci in No. 5 opgegeven, benevens citroenschijven, en zóó, dat het in het midden wat is opgehoogd.

Zacht gekookte rijst laat men koud worden, voegt er een of twee eieren, suiker naar smaak bij en kneedt er zooveel geraspt wittebrood door, dat men een vast deeg verkrijgt, waarvan men knoedels vormt, die men in kokend water laat gaar koken. Men dient ze op met een passende saus. Spinazieknoedels. Spinazie bereid volgens R. 232 wordt zeer fijngehakt.

Van eene koude ham hakt men het vleesch met eenig vet zeer fijn door elkander, neemt tegen een soepbord daarvan, 3 eijeren, een paar gestooten beschuiten en wat peper. Dit smeert men aan alle zijden op sneden wittebrood, die in melk met eijeren geweekt zijn; zij worden dan in gestooten beschuit of geraspt brood gewenteld en in boter gebakken. Mecklenburger ham.

Na kokosnoot te hebben behandeld als is voorgeschreven in R. 329 doet men ze, nadat ze is geraspt, in een glazen schaal en roert er een genoegzame hoeveelheid geslagen room door, waarin men wat poedersuiker heeft gedaan. Men kan de schaal garneeren met aan stukjes gesneden geconfijte vruchten.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek