Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juli 2025


Zelfbewust hieven enkelen zich op tot boven den glooienden oever, in on-omkoopbare on-verwinbaarheid durvende. En de brug, goedig, bleef roerloos liggen om haar plicht te doen, en het dal te verbinden met den watermolen. Bij het molenrad, waar list het water van het beekje zoo opgevangen had, dat het om te kunnen ontsnappen eerst werk moest doen, groeiden wilde rozen.

Den bode, die my den brief van STOELEMAN gebragt had, by my willende houden, en beletten, dat niemand met hem ontsnappen zoude, had ik zyne kano laaten wegdryven. In deeze gesteldheid zag ik my gedwongen de slaaven in soldaaten te herscheppen. Ik wapende hen met een byl, geen snaphaan aan hun durvende toe vertrouwen.

Den vinger in het gat van den noest stekende, krabde ik wat aarde naar binnen en at die op. Mijn lijden werd er te grooter door. Ik beet in mijn armen, echter niet zoo ver durvende gaan tot ik bloed proefde; ik omspande mijn vleesch echter met mijn tanden, begeerig er in te bijten. O, wat verlangde ik op dat oogenblik naar den dood!

Den bode, die my den brief van STOELEMAN gebragt had, by my willende houden, en beletten, dat niemand met hem ontsnappen zoude, had ik zyne kano laaten wegdryven. In deeze gesteldheid zag ik my gedwongen de slaaven in soldaaten te herscheppen. Ik wapende hen met een byl, geen snaphaan aan hun durvende toe vertrouwen.

Hij lag op den rand van een muur van tien duim breed, onder een plasregen uitgestrekt, tusschen twee afgronden rechts en links, zich niet durvende bewegen, ter prooi aan de duizelingwekkende gedachte van een mogelijken val of de vreeselijkheid eener zekere inhechtenisneming; en deze gedachte ging als een slinger heen en weder: Dood zoo ik val, gevangen zoo ik blijf.

Terwijl de Jood, verschrikt over dezen eisch, niet durvende weigeren en ongaarne gehoorzamende, in den pelszak tastte, welke aan zijn gordel hing, en misschien onderzocht, hoe weinig stuks voor een handvol zouden kunnen doorgaan, bukte zich de Prins naar hem toe, en maakte een einde aan Izaäk's onzekerheid, door den zak van zijn zijde te scheuren; en Wamba een paar van de goudstukken, die er zich in bevonden, toewerpende, galoppeerde hij het strijdperk rond, den Jood aan het gelach der omstanders prijs gevende, terwijl hij zelf evenzeer door de aanschouwers toegejuicht werd, alsof hij een edele, eervolle daad verricht had.

Waren het de durvende, grimmige schepen, die tot verre voeren, naar de landen der Denen, der Noren, naar de steden der Hanze, diep in het Duitsche land, onvervaard tegen storm en roover? Ernstig was immers hun taak, ze brachten den rijkdom aan hun aller meesteres, de vrouwe van Stavoren. Háár behoorde de zee.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek