United States or Panama ? Vote for the TOP Country of the Week !


Doch de zwaarste ramp trof de bewoners in den nacht van den 18en Nov. 1421. Toen de westerstorm het zeewater in de riviermonden dreef en het stroomend water der gezwollen rivieren opstuwde tot boven de kruin van den dijk, ontstonden er doorbraken van de Merwede beneden Werkendam, gevolgd door andere doorbraken in het westen van de Waard.

Overstroomingen hadden hier plaats 1 Nov. 1470, in 1530, 1532, 1552, 1565, 1570, 1571, 1573, 1577, 1595, 1599, 1658, 1663, 1682, 1709, 1726, 1740, 1741, 1744, 1809 en 1820. Na 1820 hebben er geen nieuwe doorbraken plaats gehad en acht men er zich vrij veilig.

Het gevolg hiervan was, dat er nieuwe doorbraken vielen, en dat eindelijk de werken, die niet meer werden onderhouden, in verval geraakten. Gaan er eenige jaren zonder ongelukken voorbij, dan worden allicht de noodige voorzorgsmaatregelen vergeten.

Hoewel de zeeweringen langs de Zuiderzee in de latere jaren belangrijk versterkt zijn geworden, en doorbraken als in 1825, en hoewel van minder omvang o. a. nog in 1877 plaats hadden, thans minder te vreezen zijn, zoo behooren dergelijke rampen ook thans nog geenszins tot de onmogelijkheden. Na de afsluiting zal elk gevaar in dat opzicht kunnen geacht worden te zijn buitengesloten.

Ook in Nederland doorleefde men toen een tijdperk, dat voor de burgerman en de boer alles behalve gunstig was. In Amsterdam was omstreeks 1730 haast geen huis te krijgen. In 1740 stonden er meer dan 400 leeg en in 1743 bijna 900. Hongersnood en duurte maakten het bestaan zeer moeilik. De strenge winter en de doorbraken van 1740 deed de ellende ten top stijgen.

De walen of gaten in de lage landen achter den dijk, waarvan de Rijzenwaal en de Lammetjeswaal de grootste zijn, wijzen op de vroegere doorbraken van den dijk, waarbij het binnenstroomende water door zijn draaikolken diepe kommen in het land ploegde. Aan den Kinderdijk en te Alblasserdam vindt men geen grootsche bouwwerken te bewonderen.

Door voortgezette afkoeling van de kern en door hare inkrimping, brak de omringende korst, die om eene te nauwe kern sloot, op verschillende tijdstippen door, welke doorbraken zeldzamer werden, nadat de korst dikker en steviger werd. Niet alle gasvormige bestanddeelen onzer planeet gingen gedurende die langzame afkoeling in vloeistoffen of vaste stoffen over.