United States or Serbia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij vullen dus weer de groote mand met conserven, te Tiflis gekocht, en er mag niets vergeten worden, want als we vertrokken zijn, is het te laat. Er moet een bediende mee, want de Tsjerkess Hassan, die tot Teheran is meegegaan, bleek evenmin Perzisch als Fransch te kennen. Die werd dus naar den Kaukasus teruggezonden.

Ons avondmaal bestond uit meegebracht brood en conserven en deze, zoowel als onze minste handelingen, wekten de algemeene nieuwsgierigheid op en lange beraadslagingen werden gehouden, wat voor landslieden wij toch wel zouden zijn. Met de valiezen als hoofdkussen probeerden wij wat te slapen, doch dat gelukte ons niettegenstaande onze vermoeidheid niet.

Tegen den middag ontbeten wij en haalden in de gloeiende zonnehitte den voorraad uit onze mand. Dat was zwaar werk. De sjapar khané, waar we waren, had wel een kaal kamertje voor ons, vol muskieten. Er waren noch tafels, noch stoelen; maar wij beginnen op de hoogte te komen van de perzische gebruiken, en we aten dus, zittend op onze valiezen, conserven, die in de zon nagestoofd waren.

Wij voegen er nog bij veertig kilo conserven, hammen, sardines, foie gras, beschuitjes, confituren in massa, daar houden we allen veel van, compôte, groenten, worsten en zelfs kaas. De oude tolk, die in Perzië heeft gereisd, raadt ons twee ketels te koopen, want de Perzen beschouwen ons als onrein en zullen niet willen, dat we hun keukengereedschap gebruiken.

Er zijn daar drie loodsen, twee voor "inlanders," een voor "vreemde Oosterlingen." In de loods der vreemde Oosterlingen, d. w. z. der Chineezen, Arabieren en Klingaleezen, liggen manufacturen te koop, ijzer- en koperwerk, conserven, glas, porselein; de Chinees, de Arabier, de Kling zit achter zijn waar met zijn kasboek op zijn knieën en zijn oogen op den gaanden en komenden man.

Wij legden ons weer neer, en onderwierpen ons aan de schade, die ze kunnen aanrichten, vastbesloten, ze met rust te laten, als ze ons maar niet in de ooren beten. Daar doet een luid gerinkel ons opspringen. Een kat had drie kisten met conserven omgegooid en twee glazen gebroken, en is toen gaan eten; hij had eerst de muizen voor ons weggejaagd.

Er stonden twee ijzeren ledikanten met twee stroozakken, een tafel en twee stoelen. Wij waren doodop van den langen dag in den zonneschijn, vroegen naar een samovar, haalden conserven voor den dag en sloegen de veldbedden op. Het was vochtig; we waren zeker aan een plas of een moeras. Het was over middernacht, eer wij, in onze shawls gewikkeld, te rusten lagen. Ondanks de bedekking rilden we.