Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 oktober 2025


"Op Grimsö's vogelbergen nestelen zij in zoo grooten getale, dat zij bij hun opvliegen de zon verduisteren, als zij zitten, de rotsterrassen bedekken, door hun geschreeuw de ooren verdooven en in den broedtijd de groene kleur van de met lepelblad begroeide rotsen in wit veranderen."

Het broedsel bestaat uit 4 of 5 kleine, stompe, buikige eieren, die op vuilwitten of groenachtigen grond overal, aan het stompe einde echter meer dan aan de spits, met dofbruine, roode, roodgrijze, purperzwarte stippels, vlekken en krullen geteekend zijn. In Duitschland begint de broedtijd omstreeks het midden van April. Waarschijnlijk heeft het broeden minstens tweemaal per jaar plaats.

Voor zoo ver bekend, zijn alle soorten van deze onderfamilie "streekvogels": na den broedtijd zwerven zij in een klein gebied rond, maar behouden overigens jaar in jaar uit dezelfde woonplaats. Overal, waar hooge, oude boomen of ook wel rotswanden hun een voldoende hoeveelheid voedsel verschaffen, kan men zeker zijn hen te zullen ontmoeten; ook in het gebergte treft men ze nog op tamelijk groote hoogten aan. Hun voedsel bestaat grootendeels uit Insecten; zij eten ook wel plantaardige stoffen, hoofdzakelijk zaden, die zij van boomen en rotswanden zoowel als van den grond opzoeken. Zij nestelen in gaten van boomen of rotsen, welker ingang zij bijna altijd met leem en slik bekleeden. Hun broedsel bestaat uit 6

Zij zijn echte zeevogels, die eigenlijk slechts gedurende den broedtijd aan land verkeeren, voor 't overige echter op en in het water hun bedrijf uitoefenen.

De Staartmees begeeft zich niet ver zuidwaarts; reeds in Griekenland en Spanje behoort zij tot de zeldzaamheden, hoewel zij in Klein-Azië gevonden wordt. Daarentegen strekt haar verbreidingsgebied zich ver noordwaarts uit; ook in Middel-Azië komt zij voor. Bij ons wordt zij vrij algemeen aangetroffen; zij broedt zelfs in onze tuinen; na den broedtijd, in den herfst en in den winter, zwerft zij rond in gezelschappen van 5

Het nest zelf bestaat hoofdzakelijk uit zeewieren, maar wordt in den loop der jaren door den vogeldrek met hooge randen voorzien; het is voldoende, dat het in den aanvang van den broedtijd een weinig hersteld wordt.

Alle Kruisbekken zijn gezellige dieren, die gedurende den broedtijd zich paarsgewijs afzonderen, maar toch met hunne soortgenooten in gemeenschap blijven. Ze zijn boomvogels, die slechts in geval van nood op den bodem afdalen om hier te drinken of om eenige afgevallen kegels leeg te pikken.

Zij houden zich bij voorkeur in bosschen op; enkele bewonen steppen en toendras, andere berghellingen in de nabijheid van de sneeuwgrens, zonder zich veel te bekommeren om het gemis van struiken of boomen. Alle zonder uitzondering zijn standvogels; jaar uit jaar in blijven zij in dezelfde streek; hoogstens zwerven zij na den broedtijd op ongeregelde wijze rond.

Van verre gezien gelijken zij wegens de snelle beweging der vleugels op groote Insecten; in den broedtijd komt men er onwillekeurig toe den vogelberg, vooral wanneer deze kegelvormig is, met een door Bijen omzwermden korf te vergelijken. Alleen wanneer zij zich van hunne broedplaatsen op den vogelberg in het water storten, glijden zij nagenoeg zonder vleugelslagen lijnrecht naar beneden.

De bewoners van de Westman-öer, die dan alle broedplaatsen dezer rotsachtige eilandjes bezoeken, dooden de jonge Stormvogels bij duizenden en zouten ze als wintervoorraad in. Buiten den broedtijd zwerft deze Vogel rond en dwaalt bij zware noordwest-stormen soms naar de zuidkusten der Oost- en Noordzee en ook naar de onze af.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek