Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Zij komt gewoonlijk voor in bosschen met breedgebladerde boomen en aan boschranden, zoo ook in het struikgewas en in tuinen met vele boomen. Zij is inheemsch en bewoont de meeste andere landen van Middel-Europa, o.a. Duitschland, Hongarije, Kroatië, Moldavië en Rusland.

Het verbreidingsgebied van dit schadelijke Knaagdier omvat geheel Middel- en een deel van Noord-Europa benevens het westelijke deel van Middel- en Noord-Azië; in Europa strekt het zich uit tot in de noordelijke provinciën van Rusland, in Azië zuidwaarts tot Perzië, westwaarts tot aan gene zijde van den Ob. In Ierland, op IJsland, Corsica, Sardinië en Sicilië ontbreekt deze Muis geheel. Zij bewoont zoowel de vlakten als de bergstreken, hoewel zij in het vlakke land veelvuldiger voorkomt. In de Alpen vind men haar nog op hoogten van 2000 M. boven den zeespiegel. Boomlooze gewesten, akkers en weiden zijn hare liefste woonplaatsen, zeldzamer bewoont zij boschranden en kale plekken in het bosch. Niet alleen het droge bouwland, maar ook de vochtige, moerassige laaglanden verschaffen haar het noodige voor haar levensonderhoud. Hier legt zij in de droge bulten hare gangen en nesten aan, daar graaft zij op geringe diepte gangen met 4

In Groningen, Gelderland en Noordbrabant heeft men haar zien broeden; in de overige provinciën wordt zij zeer zelden en alleen gedurende hare zwerftochten in het najaar waargenomen. Sommige overwinteren bij ons, de meeste verhuizen echter. In den winter komen zij gaarne in de nabijheid van dorpen, in den zomer bewonen zij paarsgewijs boschranden of afgezonderd in het vrije veld staande boomen.

Den winter brengt hij in Afrika door. Hij houdt zich gaarne in de onmiddellijke nabijheid van den mensch op, geeft aan tuinen en boomgaarden de voorkeur boven het bosch, vestigt zich hier liever in de boschranden dan in het eigenlijke woud, ontbreekt geheel in de naaldboombosschen en begeeft zich ook niet naar hooge bergstreken.

Boschjes, die door velden omgeven zijn, of boschranden, die aan weiland grenzen, zijn haar lievelingsverblijf; gewoonlijk vindt men hier hare nesten. Zij is, naar het schijnt, in het gebergte even veelvuldig als in de vlakte en ontbreekt slechts in de hoogste gedeelten der Alpen en in moerassige gewesten.

De Aardmuis [Arvicola (Argricola) agrestis] is (zonder den 3.7 cM. langen staart) 11 cM. lang, en heeft een tweekleurige vacht: van boven donker zwartachtig bruingrijs, bij de flanken iets lichter, van onderen en aan de voeten grijswit. Zij bewoont Noord- en Middel-Europa. In Nederland is zij enkele malen waargenomen, voorts in Skandinavië, Denemarken, Groot-Britannië, België, Frankrijk, Noord-Duitschland, Noord-Rusland; zij leeft gewoonlijk in bosschen, boschranden, kreupelhout, in dijken en nabij slooten; liefst in de nabijheid van het water, steeds in waterrijke streken. Dikwijls treft men haar in gezelschap van de vorige soort en van de veldmuis aan. Haar voedsel ontleent zij bij voorkeur aan het plantenrijk. In hare bewegingen is zij zoo onbeholpen, dat men haar zonder groote moeite met de hand vangen kan. Bovendien is zij in 't geheel niet schuw; zij verschijnt meestal op klaarlichten dag voor den ingang van hare in den grond gegraven holen. Het ronde nest bevindt zich op korten afstand beneden de aardoppervlakte, maar wordt van boven door dichte bundels gras beschut. Drie of vier maal per jaar vindt men in zulke nesten 4

Er waren slechts weinige Duiven te zien; maar vele menschen met Paarden en wagens, geweren en ammunitie kampeerden overal langs de boschranden. Twee grondeigenaars hadden meer dan 200 Zwijnen ruim 100 mijlen ver naar hier gedreven, om ze met Duiven te mesten. Overal zag men lieden bezig met het inzouten van de Duiven, die allerwege bij hoopen lagen.

In April vangt de voortplantingstijd aan. Het paar kiest in boschranden, in boschjes te midden van het veld, in tuinen of plantsoenen een geschikten boom uit, bij voorkeur een hagedoornstruik of een wilden ooftboom; hier bouwt het van droge halmen, rijsjes en mos een tamelijk kunstig, betrekkelijk groot nest, welks half bolvormige holte met stroo en grashalmen, wol en haren dicht bekleed is. Het broedsel bestaat uit 4

Evenals alle overige Papegaaien richten zij schade aan op de plantages, die dicht bij de wouden gelegen zijn, op de maïsakkers echter minder dan op de rijstvelden. Na den broedtijd verschijnen zij vaker dan gewoonlijk in de boschranden; zij hebben dan hunne jongen bij zich, die, hoewel zij reeds geheel volwassen zijn, door hunne ouders nog uit den krop gevoerd worden.

Hij bewoont alle bosschen van Europa, met uitzondering van die der noordelijkste gewesten. In Duitschland is hij algemeen, in de dichtste bosschen zoowel als in boschranden en in de door velden omgeven boschjes, in het naaldhout bijna even veelvuldig als in de breedbladige boomen.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek