United States or Chad ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men moet er op letten, goede gave wortelstokken te planten. De meest voorkomende soort is de Nymphæa alba, een onzer schoonste inlandsche waterplanten, die men overal in stilstaand water aantreft. Een zeer schoone variëteit is de Nymphæa alba rosea, met karmijnroode bloemen, roode knoppen en roode blad- en bloemstelen. Deze variëteit is in een Zweedsch meer gevonden.

Zij zijn doorgaans van fijne, zeer buigzame bloemstelen, paardeharen en enkele grashalmen gebouwd, welke stoffen bijna evenwijdig op en over elkander liggen, zonder ineengevlochten te zijn, zooals dit bij de nesten van andere Vogels het geval is.

De bloemstelen zijn zeer dun en kunnen veelal de zware, gevulde bloemen niet dragen; ook breken zij zeer gemakkelijk, waarom het voorzichtig is ze aan dunne stokjes te binden. De Grasanjelier is ook uitstekend geschikt, om in bakjes uitgeplant te worden.

Deze plant, afkomstig van de Kaap de Goede Hoop, heeft lang gesteelde, pijlvormige, glanzend groene bladeren, waartusschen zich de vaak een Meter hoog wordende bloemstelen verheffen, die de bloemkolven dragen, welke van groote, witte, welriekende, peperhuisvormige bloemscheeden omgeven zijn.

De Agapanthus, waaraan wij een groote gravure wijden, is een zeer schoone bloemplant, afkomstig van de Kaap de Goede Hoop. Deze prachtige plant vormt uit den wortelstok een groot aantal scheuten met lange, riemvormige, zachte bladeren, waaruit in den zomer krachtige bloemstelen te voorschijn komen, die groote schermen van lichtblauwe bloemen dragen.

De bloeitijd van iedere bloem afzonderlijk is slechts zeer kort, wat niet wegneemt, dat de plant bijna den geheelen zomer onafgebroken doorbloeit, daar de knoppen zich pas na elkander openen en de bloemstelen zeer rijk met knoppen bezet zijn. Een nog dankbaarder bloeiende soort met roode bloemen is de Salvia splendens, uit Brazilië.

Jammer is het, dat de punt van het blad nooit geheel gaaf, doch altijd min of meer afstervende is. Aan den voet van het blad ontspruiten talrijke bloemstelen, die een groot aantal middelmatig groote, lichtblauwe met rose of wit geteekende bloemen dragen. De plant ontleent haar geslachtsnaam aan de vrucht, die lang, dun en spiraalsgewijze gedraaid is.

Dergelijke afgestorven of zieke plantendeelen, evenals de uitgebloeide bloemen, moet men op tijd verwijderen, waartoe men zich van een scherp mesje bedient. Veel te weinig wordt gelet op het tijdig wegsnijden der verwelkte bloemen of oude bloemstelen.