United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zeker schijnt hij, de veel jongere, thans minder groot aangelegd dan deze beide, zijn geest kleiner en meer naar het spitsvondige gericht. Maar iets in zijn wezen verraadt dezelfde innerlijke vastheid en eenvoud en een misschien nog grootere louterheid dan de hunne en daarom lijkt het mij mogelijk toe, dat hij zal uitgroeien tot eene aan hen gelijkwaardige persoonlijkheid.

De vogels, bij uitstek bewoners der lucht, die ze onophoudelijk in alle richtingen doorklieven, hebben de gewoonte aangenomen hun longen te doen zwellen ter verlichting, hetgeen deze organen zijwaarts zakvormig heeft doen uitgroeien, en de door de plaatselijke warmte verdunde lucht in staat gesteld heeft, longen en omhulsels te doorboren en voorts in bijna alle lichaamsdeelen, zelfs in de groote holle beenderen door te dringen, ja tot in de schachten der pennen . Desalniettemin ondergaat het bloed slechts in de longen den vereischten invloed van de zuurstof, want de in de andere lichaamsdeelen binnendringende lucht heeft een andere functie dan voor de ademhaling.

Het vuur onzer driften verbrandt ze in ons hart, of het ijs onzer bezadigdheid bevriest ze; de wereld lost ze op in den rusteloozen vloed van aandoeningen en ondervindingen die er overheenstroomt, of onze dartelheid, onze trots, en datgene in ons, dat wij "er uitgroeien" noemen, vernielt en verdoet ze moedwillig, tenzij wij ze balsemen met de geurige zalve onzer liefde!

Bij een vroege oculatie, dat is van Juni tot Augustus, groeien de oogen in hetzelfde jaar nog uit, terwijl zij bij de September-oculatie wèl voor het begin van den winter vastgroeien, doch pas in het voorjaar van het volgend jaar uitgroeien. Het is voorzichtig, op ieder wildstammetje, naar verschillende kanten twee of drie oogen te oculeeren.

»Breken?" antwoordde Lena, en het scheen, alsof in haar schrandere oogen een weerschijn viel van de wijsheid die haar grootvader, de grijze Dirk Kloppers, bezat, »breken? Neen, niet breken, doch uit de windselen van die patriarchale toestanden langzaam uitgroeien dat is beter."

Naarmate deze knobbels meer uitgroeien, wordt de opperhuid meer en meer horenachtig en vormt zij aldus de horenscheede; terwijl de leerhuid, die bloedvaten en zenuwen bevat, haar met de beenpit blijft verbinden. Doordat de groei van de horens niet altijd regelmatig plaatsgrijpt, ontstaan op de horenscheede ringen.

Is het gras plaatselijk dood gegaan of leelijk geworden, wat vooral in stadstuinen licht kan gebeuren, dan moet men dat niet laten zitten, in afwachting of het mogelijk nog goed zal uitgroeien. Daartoe zijn de graszoden te goedkoop, en wanneer men er jaarlijks de hand aan houdt zal het zoo erg niet zijn, dat men niet aan een halve roê graszoden genoeg zou hebben.

Zijn de bollen eenmaal flink aan het uitgroeien, dan kunnen zij rijkelijk begoten worden; zij behoeven dan geen warme standplaats meer te hebben, en kunnen van Juni af in een zonnig plantenrekje voor het venster, of op het balkon geplaatst worden. Nu en dan gieren met zeer slappe koegier is zeer bevorderlijk voor den bloei.

Dit rotten heeft meestal plaats, wanneer men de knollen of bollen te veel begiet, te diep in de aarde geplant heeft en ook, wanneer een ongeduldige ze telkens weder uit de aarde neemt om te zien of ze nog geen wortels maken of uitgroeien. Wil men ook in dit opzicht zijn pogingen met succes bekroond zien, dan moet men in de eerste plaats geduld oefenen. De kamerplanten gedurende den zomer.

De onhebbelijkheid en ongehoorzaamheid is een ademen der zedelijke natuur, 't is het uitslaan der vleugelen, 't is het uitgroeien der ethische krachten van moed en zelfvertrouwen, 't is het overwinnen van onmisbare zwarigheden, en daardoor het winnen in willen en kunnen.