United States or Tokelau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoewel vruchten en zaden haar voornaamste voedsel uitmaken, eten zij ook wel kleine knollen en bollen, die zij met den langen, gekromden bovensnavel zeer behendig uit den grond graven; ook gebruiken zij wel paddestoelen en verzwelgen tevens, gelijk de Hoenderen doen, kleine of middelmatig groote stukken kwarts, stellig met dezelfde bedoeling als andere zaadetende Vogels, n.l. om het fijnmaken van het voedsel door de spiermaag te bevorderen.

Eensklaps zag hij op den weg van Maldegem een man van lange gestalte afkomen, maar seffens zag hij dat het Uilenspiegel niet was. Hij zag hem stilstaan bij een rapenveld en gulzig eenige dier knollen opeten. Die moet grooten honger hebben, sprak Klaas.

De beschaving heeft hun zeden verzacht; maar dat is gegaan ten koste van het ras, dat meer en meer de neiging vertoont, om uit te sterven. "Er zijn geen Kanaken meer," zei Pila, een groote, forsche en intelligente inboorling. "Vóór de blanken hier kwamen, hadden wij aardappelen en knollen in overvloed; nu worden wij van ons land verjaagd, of men doodt ons door middel van sterken drank."

Audubon heeft verscheidene Wangzakratten weken lang gevangen gehouden en met knollen gevoerd. Zij bleken buitengewoon vraatzuchtig te zijn, maar wilden niet drinken. Ook zij hebben wangzakken, die zich naar buiten openen en van binnen met korte haren bekleed zijn.

Al naardat men de planten vroeger of later in bloei wil hebben, moeten zij tusschen de maanden Februari en April opgepot worden. In iederen pot, van 8 cM. doorsnede, worden één knol of enkele wortelstokjes geplant. De potten moeten goed gedraineerd en met losse, zandige heiaarde gevuld worden, waar men de knollen voorzichtig indrukt, zoodat zij geheel onder de aarde komen te liggen.

De opgepotte knollen en wortelstokjes worden in den beginne gesloten gehouden en slechts matig begoten; zoodra zij zich beginnen te ontwikkelen, kan men iets meer gieten, en zijn zij eenmaal uitgegroeid, dan is een rijkelijke begieting noodig. Voor een goeden groei is het geraden de planten later nog in potten van 12 cM. wijdte te verplanten.

R. 196. Knolselderij. Na de knollen geschild te hebben, snijdt men ze in parten en de parten aan schijfjes. Met weinig water en een beetje zout worden ze op een zacht vuur gestoofd, totdat ze bijna gaar zijn (ongeveer 40

Gras, kruiden, malsche spruiten, jonge planten, zaden, veldvruchten, bessen, wortels, knollen en bollen verschaffen haar voedsel; alleen die soorten, welke zich met veel moeite in de boomen en struiken naar boven kunnen begeven, eten jonge boombladeren en knoppen.

Ter eere van dezen heer draagt de Begonia dan ook zijn naam. In haar moederland moet deze soort zeer groote knollen vormen, ongeveer ter grootte van een meloen, met een gewicht van 375 gram. De bladeren zijn slechts zeer weinig scheef, eerder niervormig; de bloemen zijn, wat erg jammer is, niet zeer groot, rose, zij verspreiden een zeer aangenamen geur.

Des winters rusten de Caladiums; de knollen moeten dan droog en warm bewaard worden. In het voorjaar plant men ze op in met zand vermengden turfmolm. Houdt men ze daarop warm, en in den beginne slechts matig vochtig, dan zal het niet lang duren of ze beginnen uit te groeien.