United States or Gambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


We zullen ons zelf helpen als we terug zijn." "Dan wensch 'k u goeie reis," zei Kobus, blij dat-ie niet behoefde te wachten. Het was een zwoele zomeravond, zonder 'n zuchtje. De lucht was bijna transparant. De sterren smachtten de maan, in 'r laatste kwartier, glimmerde hollandsch-zindelijk, zonder 'n roestplek of wreef.

Het was het grootste feest dat in Diamante gehouden werd, maar in de laatste jaren was het niet met de gewone pracht gevierd, omdat nood en kommer de gemoederen te veel drukten. Maar dit jaar nadat het oproer mislukt was, terwijl Sicilië nog vol vreemde troepen was en de geliefde helden van het volk in de gevangenis smachtten, stelde men voor, het feest met ouderwetschen luister te vieren.

"Dan sprong ik als een jonge ree En plukte mij een ruiker, De Gouvernante schonk ons thee Ik kreeg dien zonder suiker. "O, 't blijkt uit alles zonneklaar, Men mocht in vroeger dagen Op Lente reeknen ieder jaar; Wat kon haar toch verjagen? "Hoe meenge winter ging voorbij, Dat wij begeerig smachtten Naar 't lieve Lentejaargetij, En vruchtloos bleven wachten.

Ook verhaalt de kroniek, dat hier eens elf van de edelste patriciërs uit Keulen in een smadelijke gevangenschap smachtten, waarbij hun eenig tijdverdrijf een tamme muis was, in wier hol ze een beitel en een vijl vonden.

Het duurt wel bijna een uur, waarin we heen en weer worden gezonden door allerlei straten, voor we ons doel hebben bereikt, dat is voor we in een huis zijn binnengelaten, waar we wel twintigmaal voorbij waren gegaan, zonder te vermoeden, dat achter die vensters de tabel d'hôte gedekt stond, waar wij zoo naar smachtten.

De Valkyren, zoo vastgehouden, bleven bij hare mannen negen jaren, maar op het eind van dien tijd deden zij hare veêren weer aan of werd op andere wijs de betoovering verbroken, en gelukte het haar te ontvluchten. Daar zij toefden Zeven winters lang; Maar in den achtsten Greep heimwee allen; En in den negenden Scheidde ze 't lot; De meisjes smachtten Naar 't donker woud. Völundlied.

De dominus hoorde er van door den decanus, die boodschap zond. En hij kwam meestal 's avonds laat even aan de Prætorianenwacht bij de Septizonische poort, en hij zag dan even de tweelingen. Hij hoorde hunne klachten. Noù, het was me een leven daar in het huis van.... van die edele Crispina! Nu ja, ze sliepen onder dekens van bombyx en hun kamer was bijna even zoo mooi als hun exostra-kamer in de Bacchides! Zij baadden zich in een bad van porfier en zij aten allerlei fijne dingen. Goden nog toe, hoe zij smachtten naar de kooltjes van Nilus! Ze liepen den geheelen dag in lange, kleurige tunieken en zij hadden niets te doen dan eens wat te zingen, te fluitspelen, te dansen. De Keizerin kwam bijna iederen avond naar hen kijken met Domitilla. Fabulla hadden zij eens weten te vragen of zij nog dacht over het tooneel en verbeeldt je, Fabulla had gezegd, dat het tooneel zòndig was, ja, zòndig, en dat ze Christin was geworden! De beide achterneven van den Keizer, die de edele Quintilianus had opgevoed, waren ook Christen geworden: dat scheen in de lucht te hangen, sedert die heilige man van de Christenen uit de kokende olie ongedeerd was gestapt. Ook de Keizerin ging naar de Christenen hooren. Omdat ze zich zoo verveelde op het Palatium. Noù, zullie verveelden zich ook. Er was niet te

De ridderhoven smachtten gewoon naar amusante verhalen.

Was het daarom, dat zij zoo vergenoegd zagen, toen de postillon met zijn horen het sein tot vertrekken gaf? of was het, omdat zij smachtten eene plaats te verlaten, waar zij niets dan verveling en ergernis hadden ondervonden?

Wij hebben Hem gevonden, waar onze zielen onbewust, lange, lange jaren naar smachtten. Zóólang en zóóver hebben wij gezocht; wij wisten niet; het was zóó nabij, steeds om en bij ons. Het is in ons. Wie ons Hem heeft doen vinden? Wel was het reeds lang aan het gisten in ons maar die ons heeft doen vinden het zoo lang gezochte, is: Nellie van Kol.