United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan een der pilaren op toetssteen, omringd door een wit marmeren portiek in Jonischen stijl, vindt men een grafschrift ter eere van Cornelis Haga, die in 1578 te Schiedam werd geboren en zich gedurende 28 jaren als gezant te Constantinopel en later als voorzitter in de hoogste Raadzaal des lands verdienstelijk maakte voor den lande.

VIER EN VIJFTIGSTE BRIEF. Cornelis Edeling wenscht zijn broer succes: geduld maar en volhouden. Gemakkelijk zal 't niet gaan, maar toch gaan. Hij is haast jaloersch en als hijzelf zijn Jaantje niet had, wie weet. VIJF EN VIJFTIGSTE BRIEF. Anna Willis vertelt van haar uitstapje met Smit. Ze zijn o.a. in Schiedam geweest en hebben jenever geproefd. Smit werd opgewonden. Schiedam is een gat.

Ze rijden met een troep Hoekschen over Overschie naar Schiedam. Daar vertoont zich in de verte een troep krijgsvolk uit Delft. Nu begint de komedie. Onder veel geschreeuw en getier worden de drie verraders aangevallen, overmeesterd en gebonden. Daar verschijnen de ijlings toegeschoten Delvenaars ten tooneele. Ze trekken hun zwaarden en komen de aangevallenen te hulp.

De weg loopt eerst op korten afstand van en vervolgens langs de Schie, welke zich bij Overschie splitst in drie armen, die naar Rotterdam, Delfshaven en Schiedam loopen.

Zijn gekke kuren wisselt hij af door te roepen: »Ik moet den Jonker spreken, ik moet Jonker Frans spreken«. Als deze van den vreemden ruiter hoort, laat hij hem voor zich komen en nu ontpopt de krankzinnige zich als een bode van de ontevredenen te Schiedam.

Na deze twee nederlagen meent Schiedam van batterij te moeten veranderen. Delfshaven, tusschen beide steden gelegen, zal door hen worden bezet, en vandaar uit zullen de Hoekschen worden bestookt. Deze geven echter hun vijanden de gelegenheid niet het zoover te laten komen. Den 18den December trekken 300 Rotterdammers langs den dijk naar Delfshaven, dat geheel verwoest wordt.

Nu durven de boeren ook en met vereende krachten worden de roovers op de vlucht gedreven naar hun schepen ...., die er niet meer zijn. Medelijden kennen de verbitterde boeren, nòch de Schiedammers en zonder genade wordt ieder, die niet vluchten kan, neergeslagen. Het spreekt van zelf, dat de Hoekschen op wraak zinnen. Schiedam zit hun bij alles, wat ze ondernemen, dwars.

Schielands zeedijk, die 't vermetel, 't Onbezonnen zeegeweldt, Trots weerstaet en wetten stelt Strekt haer tot een vasten zetel. Als we de kaart van Zuid-Holland bezien, vinden we ten Noorden van het Scheur, de Nieuwe Maas en den Hollandschen IJsel een dijk, die het achterliggende land beschermt. Deze zware dijk loopt midden door Maassluis, Vlaardingen, Schiedam en Rotterdam.

En als wij Schiedam doorwandelen, worden wij voortdurend getroffen door de rookende grachten, een gevolg van het afvoerwater der branderijen, en door den reuk van gistend en gekelderd gedistilleerd, die de lucht in enkele buurten geheel vervult. Schiedam kenmerkt zich in zijn bouw door een zekere mate van pooverheid, die vooral uitkomt, als men bedenkt, dat deze stad ruim 25000 inwoners telt.

In het eind der 16e eeuw werden hier ter stede korenwijnstokerijen opgericht, mede een gevolg van den graanhandel, en weldra namen deze zoozeer de eerste plaats in, dat zij andere fabrieken verdrongen. Wel schommelend, nam toch het aantal stokerijen in de 18e eeuw toe, tot in 1798 niet minder dan 260 branderijen in Schiedam werden gevonden, het grootste aantal, dat in die eeuw bereikt werd.