United States or Estonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze rijden met een troep Hoekschen over Overschie naar Schiedam. Daar vertoont zich in de verte een troep krijgsvolk uit Delft. Nu begint de komedie. Onder veel geschreeuw en getier worden de drie verraders aangevallen, overmeesterd en gebonden. Daar verschijnen de ijlings toegeschoten Delvenaars ten tooneele. Ze trekken hun zwaarden en komen de aangevallenen te hulp.

Nu eens ontbrak het aan geld om verder te bouwen, dan weer maakten de Hoekschen met hun kaperschepen het den Rotterdammers zoo lastig, dat zij wel aan wat anders te denken hadden, dan aan den opbouw van het bedehuis. Eerst tegen het einde der 15de eeuw kon men zeggen, dat het gebouw voltooid was.

Met groote behendigheid worden de stormladders aan de muren gehaakt, als katten klauteren de Hoekschen er tegen op en de eerste vijanden zijn weldra in de stad. Vlug volgen de anderen. Nu allen naar de Schiedamsche Poort.

Spoedig verscheen de aanvoerder der Hoekschen. "Wat wenscht gij, Van Schaffelaar?" vroeg deze met luide stem. "Ik wil den toren overgeven op voorwaarde van vrijen uittocht voor mij en mijne ruiters!" riep Van Schaffelaar hem toe. Een hoongelach was het antwoord. "Honger en dorst, kruit en lood zullen u wel spoedig anders doen spreken, Van Schaffelaar!

Leiden werd intusschen door de Hoekschen onder Broekhuizen, het Hoeksgezinde Dordrecht daarentegen door de Kabeljauwschen onder Jan van Egmond bemachtigd, die kort daarna zich ook van Gouda, Schoonhoven en Oudewater meester maakte.

Nu gaan de veroveraars aan wal, de Hoekschen, die met grooten buit beladen, op den terugweg zijn, tegemoet. De landlieden, wien alles ontnomen is, zijn geprest om den roof met paard en wagen naar de schepen te brengen. Aan tegenweer denken de arme menschen niet; die is immers toch nutteloos en zal hun ellende slechts vergrooten. Daar komen echter de Schiedammers, die op hun vijanden indringen.

Vele gewapenden verbergen zich achter brokstukken muur, terwijl men er voor zorgt, dat in Rotterdam de tijding verspreid wordt, dat er een troep Schiedammers op weg naar Rotterdam is. Meer is er niet noodig om de Hoekschen uit hun tent te lokken. Gerard Rooftas krijgt van Jonker Frans verlof met vier schepen, bemand met 150 man, langs de Maas naar Delfshaven te stevenen.

En alsof dit alles nog niet genoeg was, werd de stad een boete van 60 000 Brugsche schilden opgelegd. Een Brugsch schild had een waarde van f 3,28 125. In 1426 zagen de Rotterdammers van nog meer nabij den strijd. Toen woedde hij onder de muren hunner stad. In dat jaar toch werden door de Hoekschen de kasteelen Honingen, Weena en Spangen verwoest.

Maximiliaan, weder in Holland gekeerd, bekrachtigde het door Egmond en de Kabeljauwsche partij verrichtte, liet de vierschaar spannen over de Hoekschen, verscheidenen uitbannen en sommigen onthoofden. Door deze gestrengheid werd de rust in Holland hersteld, ofschoon de burgerkrijg in het Sticht te heviger bleef woeden.

Jonker Frans heeft spoedig een plan beraamd. In Schiedam zijn behalve schutters uit Haarlem, Leiden, Amsterdam en Delft, Duitsche en Zwitsersche huursoldaten gelegerd. Dat ze tegen de Hoekschen durven strijden, hebben ze bewezen. Maar niet altijd is er te vechten. Wat ze dan in Schiedam uitvoeren, is niet veel goeds.