United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


Omstreeks een week later vereenvoudigde de vrouw van Sayemon de inrichting van het huisgezin en bleef rustig wonen met haar zoontje, Ishidomaro. Twee jaren gingen voorbij, zonder dat er tijding kwam van haar echtgenoot. Eindelijk ging de vrouw van Sayemon met het kind uit, om den verdwenen man te zoeken.

Op zekeren avond ging Kato Sayemon naar den tuin van het paleis en was verrukt over de zich voortdurend voortbewegende wolk van glimwormen en was nauwelijks minder verheugd over het liefelijke gezang van sommige visschen. "Wat een bekoorlijk tafereel", mompelde Sayemon, "en wat leven wij in een verrukkelijke wereld! Buigingen en glimlachjes en slaafsche nederigheid bij mijn vrouwen.

De priester, die niemand anders was dan Sayemon zelf, sprak zijn zoon aldus aan: "Het spijt mij, dat ik u moet zeggen, dat uw reis vergeefsch is geweest, want niemand van den naam van Kato Sayemon woont in dezen tempel." Sayemon sprak uiterlijk kalm, maar in zijn hart was er strijd tusschen zijn godsdienst en de liefde voor zijn zoon.

Ik zal de woedende kwaadaardigheid en den nijd van mijn vrouw en bijwijven achterlaten en ik zal in het onderwijs van den Gezegenden Buddha den waren vrede vinden." Den volgenden ochtend verliet Sayemon heimelijk het paleis, en hoewel men overal naar hem zocht, kon hij niet worden gevonden.

Vijf jaar lang zwierven zij door het land, totdat zij ten slotte in een dorpje in Kishu kwamen, waar een oude man de vermoeide en door de reis vreeselijk uitgeputte reizigers mededeelde, dat Sayemon tegenwoordig priester was, en dat hij een jaar geleden nog altijd in den tempel van Kongobuji woonde op den Berg Koya.

Toen de knaap na een langen steilen tocht den tempel bereikte, zag hij een monnik en zeide; "troont hier een priester, Kato Sayemon genaamd? Ik ben zijn zoontje en mijn moeder wacht mij in gindsche vallei. Vijf jaar lang hebben wij naar hem gezocht, en de liefde, die in onze harten leeft, zal hem ons zeker doen vinden."

Vriendelijke woorden komen van haar lippen, maar de slangen van haar haren bespotten haar, immers die ineengestrengelde reptielen spreken van bittere jaloezie in haar hart." De schoone droom van huiselijk geluk was bij Sayemon voor goed uit. "Ik zal weggaan", zoo sprak hij, "en een Buddhistisch priester worden.

Na die woorden te hebben gesproken, liet de priester den knaap achter, ten einde een avonddienst te verrichten. Sayemon bleef in den tempel leven. Hij had in den dienst van Buddha vrede gevonden, en wat er met zijn vrouw en kind gebeurde, liet hem koud. Hoe een oud Man zijn gezwel verloor. Er was eens een oud man, die een gezwel op zijn rechter wang had.

"Wat een beleefde welvoegelijkheid," mompelde Sayemon. "Maar wacht even! Wat is dit voor een vreemde geschiedenis? De haren van mijn vrouw en die van mijn bijwijf zijn in slangen veranderd, die haar koppen in woede opheffen en dooreenstrengelen. Voortdurend lachen en buigen die vrouwen en bewegen zij haar stukken met goed gemanierde bekoorlijkheid en gratie.

Kato Sayemon was een man, die van weelde en gemak hield, en hij beschouwde huiselijken vrede als de grootste van alle aardsche zegeningen. Hij was in gemoede overtuigd, dat er onder al zijn lachende, wellevende vrouwen niets dan harmonie was, en die gedachte maakte voor hem het leven bijzonder aangenaam.