United States or South Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik min u in den zang, die in zijn klare kracht betóómt de zware pracht van Hartstochts hoog verlang. Ik min u in de kleuren, beslagen van den gloed die hen versmelten doet; en 'k min u in de geuren, die zweemen van een mond, dat rood en vochtig ooft, wanneer Zij om mijn hoofd de schuchtere armen rondt....

In de tweede zaal vooral vier kleine beeldjes, naast elkaâr: de dansende Faun in Pompeï gevonden, vol rythme in de beweging zijner levendige armen en beenen; een Silenus, die iets gedragen heeft, op een support, dat een slang rondt, en, zwaar dik, omkranst, zwoegt hij nog onder zijn last, die men niet meer ziet; een sater met een wijnzak, en een Narcissus of liever Bacchus, in een luisterende houding, met vooruitgestoken wijsvinger... Het zijn vier kleine meesterstukken, die daar naast elkaâr staan, en als men, geheel gecharmeerd, den een na den ander beschouwt, is men verwonderd over dat tintelende antieke leven in klein brons, over die vier kleine bronzen oden, van een zoo zuivere en gecizeleerde kunst, als verzen van Horatius.

Eindelijk ging hij zich alleen nog geven in symbolische gedichten. Zoo rondt zich zijn bestaan af en uit het diepst van zijn wezen spreekt hij de woorden: Lo where the eyelashes of night are raised Yet lowly over morning's pure grey eyes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Wel is het water zachter dan uw fijne handen, maar toch rondt het de steenen af; doch het voelt de smarten niet, die uw vingers zullen voelen; het heeft geen hart en lijdt den angst en de kwelling niet, die gij zult moeten doorstaan. Ziet ge die brandnetel, die ik in mijn hand houd?

En met gespannen wieken hangt hij zwevend, De Sfynx, op geuren, boven de’ open mond Der blonde bloem, en in den diepsten grond Der keel wringt hij de tong, naar honig strevend; En de elzen, waar zich ’t geiteblad door wond, Omhelzen ’t stoeiend paar, van vreugde bevend, En hen omhelst de Nacht, een wade wevend Van zilver, die om boom en bloem zich rondt.

Dat starrenlooze zwerk, dat de’ aêm beklemt, Die leegte, die zich rondt in ’t nederwelven.... Een leeuwenmuil, oneindig opgesperd! Daar grimmen tanden hier en in de vert’.... Mathilde!... Koude schuift door ’t bloed, dat stremt... En ’k voel een diepe duizling me onderdelven....

De Sakser is gesloten, óok in zijn taal; het terughoudende en berekende vindt er zijn uitdrukking. Hij rondt zijn woorden niet af, hij bijt ze veeleer af, laat de klanken niet in hun volheid komen over de omheining der tanden, zooal nog blijkt uit het vervormen van den uitgang en tot een sonantische n: dus hooren wordt heurn.

Over dag trekt zij zich onder den invloed van het te felle licht tot een fijne spleet samen; bij opgewondenheid of in de duisternis rondt zij zich tot een nagenoeg volledigen kring af.

De God, die uit den chaos in zeeën van glans opzweeft en is en duisternis scheidt van licht, met éen gebaar van openspreidende armen, en uit kolken van warrelend licht de zon rondt en ze slingert waar ze nu eeuwig staan zal, en de maan dan slingert en dichter dan zweeft en oproept en verdeelt, alles slechts met éen gebaar: het water hier, het land daar, de planten en de dieren...

De eersten verweeten den beschuldigden, dat zy dit vleesch gestoolen hadden; de beschuldigden beweerden, dat zy het op hun aandeel hadden uitgespaard, om het aan hunne nabestaanden of vrouwen te geven. Als toen den toon van eenen onafhanglyken alleenheerscher aanneemende, deed ik de klagers in het rondt plaatsen, en gelastte om de gevangenen in het midden te zetten.