United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Gij hier, Pyrrhus!" riep de gewonde hem vriendelijk toe. »Ja heer, ik ben het," antwoordde de ander, en liet zijn schippershoed nog sneller draaien. »Ik ben anders geen man om aan deuren te luisteren, en kom ook nooit ongeroepen ergens binnen, maar wat daar zooeven gesproken werd, moest ik wel hooren, en het gekras van dien ouden ongelukskraai trok mij naar binnen."

Pyrrhus, die meermalen had nagedacht, over hetgeen Lusca hem gezegd had, had zich reeds voorgenomen een ander antwoord te geven en toe te stemmen de donna te behagen, mits hij er zeker van was, dat hij niet op proef werd gesteld en antwoordde daarom: Ziet gij, Lusca, al de dingen, die gij zegt, zijn waar, maar ik weet ook, dat mijn heer wijs is en schrander en daar hij mij al zijn zaken toevertrouwt, vrees ik zeer, dat Lydia met zijn wil dit doet om mij op de proef te stellen en daarom, zoo zij drie dingen, die ik vraag wil doen, zal zij mij niets meer bevelen, wat ik mij niet zal haasten te volgen.

En zij bespotten, toen de vrouw weer naar haar kamer was gegaan, de gramschap van Nicostratus. Pyrrhus, die dit zag, dacht: Zij heeft een goed begin gemaakt voor onze gelukkige liefde; dat Zeus haar doet volharden.

En vertoornd over de woorden van Pyrrhus keerde zij naar de donna terug, die dit hoorend verlangde te sterven. Na eenige dagen evenwel sprak zij de kamenier er op nieuw over en zeide: Lusca, gij weet, dat de eik niet valt onder den eersten slag; daarom ga weer naar hem, die op ongehoorde wijze in mijn nadeel trouw wil zijn en toon hem op het gunstige oogenblik al mijn vuur.

Toen zij daar zat, zeide de donna, die aan Pyrrhus al had laten weten, wat hij moest doen: Pyrrhus, ik heb grooten lust in een paar van die peren klim er daarom in en gooi er eenige naar beneden en terwijl hij dit deed, riep hij uit den boom: , messire, wat doet gij daar? En gij, mevrouw, schaamt gij u niet? Gelooft gij, dat ik blind ben? Gij waart toch zooeven zeer ziek!

Zij deed of zij ziek was en nadat Nicostratus haar op een dag na den eten was komen bezoeken en hij niemand anders bij haar zag dan Pyrrhus, vroeg zij hem ter verlichting van haar lijden, dat zij haar zouden helpen om in den tuin te gaan. Nicostratus nam haar aan de eene en Pyrrhus haar aan de andere zijde en plaatste haar in een veld aan den voet van een schoonen perenboom.

Pyrrhus bracht uit de stad een offeraltaar voor haar mede, en een marmeren beeld van Ilythyia, de godin der geboorte, die door de Romeinen Lucina werd genoemd, dat zijn vriendin Anukis hem uit naam van Charmion had overhandigd. Het gesprek was daarbij weder op de slangen gekomen, die op het naburige eiland zoo talrijk moesten zijn.

Lydia, de vrouw van Nicostratus, bemint Pyrrhus. Deze om haar te gelooven, vraagt haar drie dingen, die zij alle drie doet, en behalve dat bevredigt zij zich met hem in tegewoordigheid van Nicostratus en doet hem gelooven, dat het niet waar is, wat hij gezien heeft.

In den heeten strijd bij Sentinum offert de #jongere Decius Mus# zich eveneens voor 't heil des vaderlands op. Ook tooneelen als die van David en Goliath geeft ons dit tijdperk te aanschouwen. In 280 kwamen de Romeinen voor 't eerst in oorlog met een buitenlandsch vorst n.l. met #Pyrrhus#, koning van Epirus.

Wat Pyrrhus sprak en aan zijn zoons vroeg, was daarbij zoo verstandig, en betrof dingen die Gorgias zoo veel belangstelling inboezemden, juist omdat zij hem onbekend waren, dat hij, toen de goede wijn van Dion zou gedronken worden, beweerde dat, indien Pyrrhus ook aan hem huisvesting wilde verleenen, hij ook wel vervolgers zou willen hebben, en zich hierheen laten verbannen.