United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het is zo heilzaam voor ons, wanneer de dode droefheid ons prangt, iemand te vinden die door zijn eigen smart ons leed verstaan kan; iemand die bemint hetgeen wij beminnen, en wiens klachten weergalmen onzer klachten zijn: zo omhelzen twee zwakke wijngaardranken elkander, en tarten de verdelgende stormorkaan, die hun steunloze hoofden ter neder wilde knakken.

Als het hart sneller klopt, de boezem heviger prangt, hoe meer de stonde genaakt wanneer het floers van de onzekerheid zal worden weggerukt, men zich in de armen van de geliefde zal kunnen werpen, of voor altijd van hem op aarde gescheiden, zijn droevig lot bewenen zal, en slechts lafenis zal kunnen putten uit de bron van de hope des wederziens hiernamaals.

Zy werpen 't wapen weg, en grijpen met de handen De jagers by de keel, of zetten heete tanden In 's vijands spieren, dien hun woeste kop rammeit En neêrploft, dan vertrapt in dolle grimmigheid, Of woedend opscheurt met gekromde nagelspitsen, Meer scherp en meer gepunt dan Segols jaagrenflitsen, Waarvan hun eigen borst de doodkwetsuur ontfangt, Terwijl 't gedrochtlijk lijf zijn overwonn'ling prangt En d' adem uitperst of den gorgel breekt.

Maar ik ga de toekomst onbevreesd te gemoet, want ik heb den grootsten schat, dien ik ooit winnen kon .... ik heb jou, Betsy! En als het er op aankomt vol te houden en te arbeiden, als professor Van Dam mij toeriep, reken dan op mij, lieve, reken dan op mij!" André legt den arm om hare leest, en prangt haar aan zijne borst. Zijne lippen zoeken haren rooden mond....

Hij strekt zijne armen uit, en prangt haar plotseling met onstuimigen hartstocht aan zijne borst. Zacht weenend beantwoordt Suze zijne omhelzing, terwijl de zilvergrijze parasol op den bodem van den coupé zinkt.

4 Voorts begon hij: "Gij wilt dat ik vernieuwe de wanhopige smart, die mij het hart prangt, reeds zoo door harer te gedenken, voor ik er van spreke. 7 Maar zoo mijn woorden het zaad moeten zijn, dat schande doe opgroeien voor den verrader dien ik knauw, zult gij mij tegelijk zien weenen en spreken.

Ik weet het niet, antwoordde zij zuchtend. Nijp harder, sprak hij. Uilenspiegel wilde zijne armen losrukken, die op zijnen rug waren gebonden, om Soetkin te hulpe te komen. Doet niet prangen, heeren rechters, het zijn teere en broze vrouwenvingeren. Een vogeltje zou ze aan stukken pikken. Prangt niet; heer scherprechter, ik spreek geenszins tot u, want gij moet doen wat die heeren u heeten.

Straks voelt men 't fijn vergift zich om het hart vergaderen, En 't stort, voor vluchtig bloed, een vloeibaar lood door de aderen: Gewricht en spier verstijft; en de adem prangt de borst; Ja, 't hoofd wordt van de hals met wederwil getorscht. De leden zoeken steun en weigren zich 't bewegen.