United States or Indonesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


En, ziet u, papa, Eugène en ik, wy zouden ... beneden staan, en ... er goed naar kyken, papa! Eugène bromde. Maar 't was karakteristiek dat niemand lachte by Pompile's voorstel om niet zonder terugzicht op zuinigheid z'n moeder 't venster uittehyschen aan 'n strop ... om den fauteuil. De buren! Juist, Eugène, de buren! Precies wat ik zeg!

't Was hem 'n kleine verademing dat Pompile's voorstel nog altyd niet gaaf werd aangenomen. Men scheen te betwyfelen of "mama" genoegen nemen zou met de vreemde lokomotie. De oudeheer klaagde dat zy zéker weigeren zou als ze hèm verdacht van de uitvinding. Hy iets uitvinden! Wel, papa ... u kan zeggen dat Flip de kruier het verzonnen heeft. Dat kan u best zeggen, papa!

Wouter, die iets later dan de anderen, en vry verlegen, binnentrad, werd aan de vrouw des huizes voorgesteld met 'n onachtzaamheid waarin niets laakbaars zou gelegen hebben, indien ze gegrond ware geweest op z'n onbeduidend standpunt als mensch. Doch hierin lag de verontschuldiging voor Pompile's lompheid niet.

By 'n aanleg als die welke Wouter ten-toon spreidde, opgekweekt in den groeizamen zonneschyn van Pompile's tevredenheid, was het te voorzien dat deze jongste kantoorbediende mits in leven blyvende eenmaal den rang van alleroudsten kantoorbediende bereiken zou. Hiertoe was slechts wat tyd noodig. Ei zoo? Heb je mevrouw Kalbb ook al gezien? Wèl, dat is goed! Zoo leer je de menschen kennen.

Hopen wy dat de Hemel hem niet gesloten bleef, omdat hy oorzaak was dat m'nheer Pompile's baard gevaar liep 'n dag langer te zyn dan anders te verwachten is van zestien welgetelde duiten scheerloon in de week. Zooveel namelyk bedroeg de "stooter" waarvan we zoo-even iets vernamen als bydrage tot de Lukullische weelderigheid van den jongeheer Pompile.

Daar hy uit voorzichtigheid of konscientie 't aldus weldra gevonden heiligwoord niet in z'n zakboek heeft opgeschreven, kan ik het den lezer niet meedeelen. Met Pompile's baard en vensterglas, met de krieuweltjes en de wittegrondjes-driekleur, is deze mysterie onopstandelyk ten-grave gedaald, 'n gaping in myn verhaal waarvoor ik verschooning vraag.

Op al deze vragen had Pompile 'n dozyn: "O ja, papa's" ten-beste gegeven. En schryft-i 'n mooie hand? O ja, papa! Wouter begon eerbied te voelen voor Pompile's doorzicht. De vereerende hoedanigheid die hem werd toegekend, was zeker gebleken uit z'n boodschappen by de Pleiers, of de Kruckers, of de Hockers, of den schoenmaker. Wat die voorname lieden toch scherpzinnig zyn! Zoo? Ei! 'n Mooie hand?

Maar... mama heeft zoo'n fameus-erge hoofdpyn. Je kunt het vragen aan de juffrouw. Niet waar, juffrouw? De juffrouw getuigde naar Pompile's zin, en de nogal fameus-erg zieke mevrouw knikte met het hoofd. De kleine jongen werd weggezonden, met verzoek z'n beestje niet anders te behobbelen dan in de mangelkamer. Nu, dit deed hy, en 't huis dreunde er van.