United States or Austria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar ginds, tegen de ijl blauwende lucht, waarin de starren ontloken, ging vagelijk de ommelijn van den burcht duisteren, week verder en verder weg als een droom, aan een droomeinder, die onbereikbaar werd. Heer ridder en baroen! klaagde de herder bewogen. Wat zult gij, hier, nu uw ors verging, nog langer toeven aan de rivier!

Heb dank voor uw aanbod maar deze nacht blijf ik hier, waken over mijn ors, dat de raven het niet en komen vreten en de heksen haar niet en komen verscheuren voor hare brei, die op de onzalige ketelen ziedt.

Ik zoû het zoeken, zeide Gawein, en streek zich met de hand over het voorhoofd. Maar Gringolette, mijn goede ors, stierf en ik liet mijn wapenen op haar graf.... Morgueine ontwapende ons, riepen de ridderen. Waar zijn onze wapenen? Wie geeft ons onze wapenen! Blijven wij allen te zamen! riepen anderen. Ongewapend zullen wij sterker te zamen zijn dan gescheiden!

God geve u gratie wel te doen, maar uren nog zult gij zwemmen moeten doen uw goede ors: zie dan toch hoe steil hier de oever blijft en ter andere zijde zwemmen is gelijk het oversteken van eene zee en leidt verre weg van Koning Mirakels burcht... Maar dichtbij het slot weet ik wel een plek waar òp te stijgen mogelijk is!

Zoo gij vergeet van dat Zwevende Scaec en talmen blijft in de queste, door u op u genomen als ridderplicht, zal ik zelve, uw Koning, mijn goede ors bestijgen en ter queste tijgen: dat zwere ik bij mijn krone en bij den rijken God van Hemelrijk, Marië's Kind, die voor ons geboren werd!" Er ruischte een verbazing de zale door!

Zij zullen zich weldra wapenen en hunne orsen berijden, zeide Gawein; maar ik, die mij na Gringolette's dood zelven ontwapende, weet niet waar wapen en ors te vinden. Juist toen hij dit zeide, zag Gawein voor zich neder dalen, zilver en goud blinkende, maliëncotte en helm, zwaard en schild en speer, en metalen handschoenen daarbij.

Gawein, klagende als in grooten nood, ontdeed zich van zijn helm en de herder liep er meê omlaag en kwam, den helm gevuld, weêr op. Awi, ach wacharme! klaagde Gawein steeds. Zie, mijn ors sterft! Brave herder, mijn ors sterft!! Gringolette, wilt gij mij verlaten en hier alleen laten bij dezen rivier, dien ik u heb doen op zwemmen en zonder noode!?

O, zoo ik geweten hadde van dien weg, dien Morgueine met den tooverwagen weet over te vliegen en dien Merlijn jaren her heeft gebaand! Maar ik en wist van niets! Wijl ik rustig had kunnen stappen doen mijn arme ors, moet ik het doen zwoegen tegen zoo feilen stroom op! En het Scaec.... ik en zie het niet zweven meer, sedert ik den hollen berg uit kwam....

Mijn zoete ors, Gringolette, stierf en mijn schild beschermt haar graf; op mijn speer staat mijn helm haar ter zijde en bevat eene laatste gedachte van minne aan haar en het zwaard, dat aan heur hoofdeinde steekt in den grond en met zijn kruis haar bewaakt, zal zich heffen in mijn ijzeren handschoen, zoo mensch of dier haar gesteente schendt, zoo helpe mij Marië's Kind, Jezus Kerst van Nazarene!

Mijn brave herder, zeide Gawein. Verre is nog het slot van den Koning Mirakel en ik neem goom, dat mijn ors pijn heeft tegen den stroom op te zwemmen. Maak mij vroed: waar kan ik tegen de helling van den oever opstijgen daar het niet en zoo steil is? Heer ridder, riep de herder.