United States or Senegal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen raadde hij de huishoudster aan, het mee naar huis te nemen en het te lezen, »want ofschoon de schrijver verdient te worden opgehangen, omdat hij in vollen ernst zooveel onzin heeft neergeschreven, is het boek toch in zeker opzicht het beste, dat er op de wereld gevonden wordt.

Waar het op aan komt is de handteekening. En die is toch wel echt, niet waar mevrouw? Het is toch inderdaad uw vader, die daar zelf zijn naam heeft neergeschreven? Neen ... die is niet echt. Ik ben het die papa's naam geschreven heb. KROGSTAD. Mevrouw ... weet u wel dat dat een gevaarlijke bekentenis is? NORA. Waarom? U zal uw geld gauw genoeg krijgen.

"Onjuist" schrijft A. A. van Bemmelen, "is het algemeen heerschende denkbeeld, in de wetenschappelijke werken steeds neergeschreven, dat de Bonte Kraai en de Zwarte geheel en al overeenstemmen in voedselkeus en levenswijze; de Bonte Kraai is veel meer een liefhebber van dierlijk voedsel dan de Zwarte en gebruikt hoogst zelden plantaardig voedsel; zij verslindt een zeer groot aantal Muizen, rooft Visschen, scheurt het vleesch af van allerlei doode dieren, pikt hun de oogen uit, in een woord, gedraagt zich daarbij als een roofvogel; de Zwarte Kraai daarentegen, hoewel eieren en zeer jonge Vogels roovende, leeft bij voorkeur van plantaardig voedsel, zooals pas ontkiemde graanplantjes, koolspruiten, jonge boonen en erwten, enz.

Vrienden, laat den dichter nu rustig achter in zijn eenzame kamer. Zooals hij mij zijn gedachten vertelde, heeft hij ze nog nooit neergeschreven ... zoo in vogelvlucht. En laat mij nu, zonder mij meer te vragen, door regen en wind langs de duinen naar huis keeren: Ik heb zooveel te denken.... "Ik heb daarnet een zoon gekregen, en overmorgen vertrek ik naar Amerika".

Zelden kan een schrijver beschikken over de eerste autobiographische gegevens van de persoon, die hij wil beschrijven. In zijne Eerste Herinneringen beschrijft Tolstoi zijne vroegste gewaarwordingen, de vage indrukken van zijn eerste levensjaar. Wij geven deze herinneringen onveranderd, geheel zooals ze zijn neergeschreven.

Griffis geeft onzen voormaligen landgenoot alle eer van zijn werk en schijnt geen enkel neergeschreven woord in twijfel te trekken. Toen wij Zaterdagmiddag in Seoul aankwamen, had daar juist eene andere bijzonderheid plaats gevonden. Zes weken geleden was daar den broeder van den ex-keizer gestorven en die was dien dag op oude Seoul'sche of Korea'sche wijze begraven.

De Prins trachtte, na den beker te hebben weggeworpen, bovenstaand verwijt om te zetten in een compliment aan de dame, die het had neergeschreven, en antwoordde: "Op schitt'rend lichten heuvel Moet ied're glans Verbleeken. O, mocht verwijderd van het licht Van uw schoonheid, De glans van gindschen beker Mijn trouw bewijzen!"

Voorrede en Inleiding beschouwend als de tijd-eer om den dichter, dan is, dacht me zoo, dit versieren geen verbeelden juist naar d' eigen beeldenschat des dichters, zelfs de Iris-apotheose is dat juist niet, zegt niet Kloos, dat van achter dit gedicht de tragedie wenkt van een menschenhart, en ook geen ingaan in de stemmingen van den klankvollen zanger der Mathilde sonnetten en daaruit verkiezen naar eigen toon-aard; dit is een meêgaan, een als kinderlijk ondergeschikt blijven, en een verhooging geworden, want dit is een voelen hoe elke dichter in zijn wezen, het neêrgeschreven gezang, door de teeken-taal kan worden vergezeld.

Tolstoi voelde zeer veel belangstelling voor Luther, den grooten Duitschen hervormer, die, brekende met de traditie, zijn zwaren strijd op den Wartburg heeft gestreden. Hij bezocht de kamer waar Luther gewoond heeft, en waar, voor het eerst, de woorden uit den Bijbel in de Duitsche taal werden neergeschreven. "Luther is groot," schreef Tolstoi na dat bezoek in zijn dagboek.

Het ontbrak hem echter aan stof en hij was blij als iemand hem iets voorlegde dat hij "bezingen" kon: zoo zijn zijn "Poëtische gedachten over Christus' hellevaart" blijkens hun ondertitel "op verlangen ontworpen". Zijn vaardigheid in het spelen met woorden en rijmen was sneller gegroeid dan zijn levensinzicht, en zoo moest zijn beeldspraak, waar hij eigen meeningen wilde aanduiden, wel tamelijk los, en ineengedrongen duister zijn, hoe cordaat ook neergeschreven.