United States or Lebanon ? Vote for the TOP Country of the Week !


En zoo begaf zij zich, op het uur door Stubener vastgesteld, en vergezeld van een photograaf voor het blad, naar de training-appartementen in Cliff House. De eigenaar van de appartementen had moeite met Pat. Hij stribbelde tegen. Met zijn ééne reusachtige been bengelend over den kant van zijn leunstoel en Shakespeare's sonnetten op zijn knie, zat hij te oreeren tegen de moderne vrouw.

De jonge vicomte Paul, die Mimi tot tafeldame had, stootte haar ieder oogenblik met waren hartstocht aan met zijn voet. Phémie vroeg bij iedere gang tweemaal om dezen of genen schotel. Schaunard zwelgde in het druivennat. Rodolphe improviseerde sonnetten en brak bij het aangeven van den rhythmus de glazen. Colline praatte met Marcel, die nog steeds knorrig was. "Wat heb je toch?" vroeg hij.

Een schuchtere jonge man, met het lichaam van een reus, één der koningen in het vuistvechten en die gedichten las en naar kunsttentoonstellingen ging en proeven nam met kleurfotografie. Neen zeker, hier was geen Ongelikte Beer. Zijn schuchterheid, begreep zij nu, kwam voort uit fijngevoeligheid en niet uit domheid. Shakespeare's Sonnetten! Hier was een aanleiding om verder te vragen.

Voor de juiste waardeering dezer gedichten en ook voor de beantwoording der vraag, wat de sonnetten ons van Shakespeare's leven en neigingen kunnen leeren, deelen de aanteekeningen op deze dichtwerken het noodige mede, zoodat de belangstellende lezer daarheen mag worden verwezen.

Nadat ik deze drie sonnetten had geschreven, waarin ik sprak tot mijne Vrouwe, geloovende nu te moeten zwijgen , omdat zij ongeveer heel mijnen toestand verhaalden en het mij voorkwam dat ik duidelijk genoeg over mijzelf had gesproken, gebeurde het toch ofschoon ik mij daarna nooit meer onmiddellijk tot h

Reeds de meesterlijke wijze, waarop Shakespeare al deze versmaten bezigt, verbiedt aan dit blijspel een zeer vroegen oorsprong toe te kennen. Veeleer moet men er uit vermoeden, dat het afkomstig is uit den tijd, dat hij gewoon was zijn gedachten in rijm uit te drukken, zijn "Venus en Adonis" en ook Sonnetten schreef.

Let men op den ganschen bouw er van, op den versbouw, het veelvuldig voorkomen van het rijm en van knuppelverzen, op de woordspelingen, op de wijze waarop de twee dienaren als Clowns optreden, op de overeenstemming met gedachten, in "Venus en Adonis" en in Sonnetten uitgedrukt, dan wordt men hiervan ten stelligste overtuigd.

De sonnetten spreken ons van veel dieper grievend leed, waarvan zoo dadelijk meer zal gezegd worden. Doch al ware dit uitgebleven, verwonderen kan het ons niet, dat de dichter, iets ouder geworden, op zes-en-dertigjarigen leeftijd zich aan het behandelen van ernstiger onderwerpen wijdde.

Daar zullen menschen zijn, die op u wijzen, Als dat, waar zij geloof en liefde aan stieten.... Sonnetten! zelden zal men u slechts prijzen. Die zal u dom en onbegrijplijk noemen, En gene als boos en goddeloos verdoemen.... Sonnetten, klinkt! U dichten was genieten! Aan Dr. W. =Doorenbos= Ik heb de schim des drossaarts aangeschouwd.

Dat eenige of vele zijner sonnetten uit dezen tijd dagteekenen, is boven reeds opgemerkt; maar ook de "Venus en Adonis", in 1593 door hem uitgegeven, was een vrucht dezer jaren en werd een jaar later door de "Lucretia" gevolgd.