United States or Bahrain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sam Stubener vloog zijn mail haastig en zonder veel aandacht door. Als "manager" van prijs-boksers was hij gewend aan een vreemde correspondentie vol afwisseling. Iedere bokser, ieder die er stokpaardjes over 't boksen op nahield of er op eenigerlei wijze mede in betrekking stond, ieder uitvinder van een nieuwe methode scheen hem een of ander denkbeeld mee te willen deelen.

't Werd tijd dat zij uitkwamen tegen dezen jongen beginner, die plotseling getoond had een bokser te zijn waarmede te rekenen viel. Waar was zijn manager, dat hij geen uitdagingen publiceerde? Toen was hij in één dag beroemd; want Stubener onthulde het geheim, dat zijn beschermeling niemand anders was dan de zoon van Pat Glendon, Oude Pat, den vroegeren held van den ring.

Gedurende een kort oogenblik van spanning keken zij elkander aan, toen bewoog de manager langzaam in de richting van de deur, deed deze open en keerde zijn hoofd om, om te luisteren. "En welke ronde noemde hij nu?" "Ik hoop, dat ik niets verkeerds heb gedaan," zeide zij bevend; "maar ik weet heel zeker, dat hij de zestiende ronde noemde."

Sunderland, de manager, een echte amerikaansche pionier, heet mij van harte welkom, en is gaarne bereid mij logies te verschaffen, "al ware het ook voor een paar weken", zooals hij glimlachend zegt.

Hij raadde mij, langere partijen te maken, zoodat het publiek wat te zien kreeg voor zijn geld. Ik was een dwaas, een onnoozel schaap. Ik was een groene jongen uit de bergen. Moge God mij bewaren. Ik nam het als waarheid aan. Mijn manager besprak gewoonlijk met mij, in welke ronde ik mijn man leggen zou. Dan bracht hij het over aan het gok-syndicaat en het gok-syndicaat maakte er gebruik van.

En voor het eerst in de jaren, dat zij samen waren geweest, hoorde zijn manager hem vloeken. "Je kunt naar de hel loopen," zeide hij, keerde zich om en stak zijn handen uit naar zijn secondanten om zijn handschoenen te laten uittrekken.

"De eerste keer in den ring is altijd vreemd en Kelly heeft er een handje van, zijn tegenstander op hem te laten wachten, in de hoop dat hij plankenkoorts zal krijgen." "Dat is 't niet," antwoordde Pat. "'t Is de tabaksrook. Daar ben ik niet aan gewend en ik word er gewoon misselijk van." Zijn manager voelde een schok van verlichting.

"Toen ik begon te boksen," zeide hij, "noemde men mij "Eén Stoot Glendon". U heeft een oogenblik geleden dien stoot gezien. Die kende ik altijd. Ik liep op mijn tegenstander toe en sloeg hem neer, ofschoon ik altijd zorgde niet met alle kracht te stooten. Toen werd ik opgevoed. Mijn manager zeide, dat het niet eerlijk was tegenover het publiek.

"Voor jou wèl," riep zijn manager schaterend, "ofschoon ... wat je in die rommel ziet ... dat gaat boven mijn verstand." Pat zuchtte, maar antwoordde niet. In zijn heele leven had hij maar één mensch ontmoet, die om gedichten gaf, en dat was de roodharige schooljuffrouw, voor wie hij naar de bosschen was gevlucht. "Waar ga je naar toe?" vroeg Stubener verwonderd, terwijl hij op zijn horloge keek.

En nu bracht Pat zijn manager, Miss Sangster en zichzelf in verbazing, door uit te barsten: "Ik geloof, dat ik met u niet over die dingen moest praten. 't Is of er voor u en mij veel belangrijker dingen bestaan om over te spreken. Ik ." Hij stokte plotseling, zich bewust van wat hij gezegd had, maar onbewust waarom hij het gezegd had. "Ja," riep zij gretig uit. "Dat is zoo.