United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bijbelsche historie 3 2 Algemeene literatuurgeschiedenis Niet verschenen. Arabische taal 2 2 Fransche taal 5 3 Dit niet-slagen bracht geen verandering in Tolstoi's vroolijk leventje. Hij nam deel aan de feesten die in de vastendagen werden gegeven, en met zijn' broeder Sergius aan twee liefhebberij-comedies voor een liefdadig doel.

"Ja", zal men zeggen, "want dan hebben wij tot het ontstaan van die gedichten bijgedragen". Mij schijnt die gevolgtrekking uitermate gewaagd. Behoort dan een dichterlijk werk, welks tooneel ons verplaatst naar een of ander land, daardoor reeds tot de literatuur van dat land? Dan zal men de literatuurgeschiedenis van menig volk moeten gaan herzien.

Wegens het overlijden van mijn betreurden ambtgenoot Dr. Z. C. de Boer, heb ik ook het Grieksche gedeelte van het werk op mij genomen. Zijn werk echter bleek bij nauwkeurig onderzoek zoo verdienstelijk in elkaar te zitten, dat in dat gedeelte slechts weinig veranderingen, voornamelijk op het gebied der literatuurgeschiedenis, behoefden aangebracht te worden.

"Och, ik heb veel vrienden, en kom ook nog al bij familie aan huis.... 't Is al zoo lang zoo, dat ik 't me niet anders meer voorstellen kan.... Eerst vond ik 't wel heel akelig, want ik was juist altijd meer met m'n vader en moeder samen geweest, dan andere jongens.... Ik had 'n gouverneur aan huis, en ze gaven me ook zelf les, vooral in muziek en in kunst- en literatuurgeschiedenis.... Toen ik bij den rector in Arnhem was, vond ik eerst alles erg raar, en de jongens plomp en onbeschaafd,.... maar de menschen waren zoo vriendelijk voor me, en ik kreeg toch ook plezier in ruw jongensspel;.... het waren prettige, onbezorgde jaren.... Toen ik hier kwam, was ik achttien.... net als jij. En ik kon de lucht hier niet verdragen; ik kreeg dadelijk erge koorts, malaria, ergens op 'n vreemde kamer op den verlaten Morschweg, waar ik was gaan wonen, om nog wat van buiten te hebben. De menschen waren niet kwaad, maar ik lag toch altijd alleen; vrienden had ik toen nog niet,.... ik werd gék van het droomen; ik weet niet, of jij ooit erge droomen hebt gehad; maar ik was er dol van en liep 's nachts alleen over m'n kamer in 'n razenden angst, om wat ik wist, dat toch niet waar was.... Toen ik zoowat beter was, wilde ik geen oogenblik meer alleen zijn. Ik was eenvoudig báng van de kamer, waar ik zooveel had doorgemaakt. Ik was toen nog erg zwak, maar zat toch altijd op de kroeg, en 's nachts nog laat bij allerlei lui op de kamer, of we gingen rijden of boemelen. In dien tijd heb ik Bruno gekocht, dat ik tenminste 'n levend wezen bij me zou hebben,

In allen gevalle volstrekt niet met hetzelfde recht dat de Fransche literatuurgeschiedenis hier heeft. Nergens blijkt dat men te onzent zich bewust is geweest van een onderscheid in drie "matières". Niet, als in Frankrijk, beantwoorden hier de beide groepen aan verschillende cultuurtoestanden, waarvan de een op den ander volgde.

Sir Frederick Madden, de eerste uitgever van het Middel-Engelsche gedicht, Richard Morris, die eene uitgave ervan bewerkt heeft voor de Early English Text Society, en ten Brink, de schrijver van een Duitsch boek over Engelsche literatuurgeschiedenis, nemen aan, dat "Syr Gawayne and the grene Knyght" gegrond is op eene episode uit de eerste voortzetting van Chrétien de Troies, "Conte del Graal", waar de held niet Walewein, maar Caradoc, eveneens een neef van koning Arthur is.

Verscheidene dezer preeken zouden, ook al waren zij oorspronkelijk, van geringe beteekenis voor de literatuurgeschiedenis zijn, omdat zij, evenals andere vroeger aangeduide, bestaan hoofdzakelijk uit aaneengeregen citaten.