United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik haastte mij naar beneden en naar buiten, waar ik tot mijn verbazing een abnormale drukte van klompen hoorde. Dat geluid van het hout op de steenen riep in mijn herinnering Bretagne op en de kadans van de klompen op de bestrating der oude stadjes.

Ik haastte mij naar beneden en naar buiten, waar ik tot mijn verbazing een abnormale drukte van klompen hoorde. Dat geluid van het hout op de steenen riep in mijn herinnering Bretagne op en de kadans van de klompen op de bestrating der oude stadjes.

En eindelijk, op een koud-stillen, grijs-mistigen avond hoorde ze 't: de driemaal herhaalde, in lugubere kadans galmende slagen: het bimbim ... bombom ... bambam der groote, plechtige begrafenissen. "De jonge mevreiwe zal deud zijn!" riep zij ontroerd tot Meleken, die bezig was met de luiken dicht te doen. Zij had nog willen twijfelen maar het was bijna niet mogelijk.

Zijn gele baard ging onophoudend op en neer, in gelijkmatige kadans, als een heel eigenaardige mekaniek, die door iets automatisch in beweging werd gebracht.

Die studiën van Gothisch, Angel-Saksisch, Middel-Nederlandsch enz. mogen zeer goed zijn voor filologen, maar zij kunnen er niet toe strekken om onzen stijl of onzen smaak te vormen, en die zoogenaamde naïveteit er van 't eenige wat dan nog 't gebrek aan vorm, rhythmus, kadans, maat, rijm, enz. vergoeden moet, geef ik graag present en.... lees liever Fransch.

Men hoort de houten karnstang in gelijkmatige kadans dof heen en weer slaan, terwijl de melk klotst en zuigt, als waterkolken, die door spuigaten wegborrelen. Kobeken is 'n klein, schraal ventje, met half-dichtgeknepen loeroogjes; zijn vrouw is groot en vet en dik en hijgt amechtig, zelfs wanneer ze, zooals nu, niets anders doet dan zich vadsig in de zon koesteren.

't Is net hier als in Frankrijk, waar men zich een Victor Hugo aan 't hoofd volstrekt niet meer stoort aan censuur of kadans. Ik las dezer dagen....... van onzen vriend H. Lieve Hemel, bijna geen bladzijde, waar ik niet een vers aantref, dat een voet te veel of te weinig heeft. Bij S. ad idem.

Het licht werd grooter, geler, heller, schoot korte, vlugge stralen over de eventjes uit mistige duisternis opduikende boomstammen aan den zijrand van den modderigen weg. En eindelijk zag ze vaag het donkere gevaarte: het in kadans knikkende hoofd van 't paard, de gelijkmatig aandravende beenen, het zachtjes schommelen van de zwarte sjeeze-kap en het dof spaken-glimmen van de wentelende wielen.

Da ze weere firm bezig zijn! herhaalt Kobeken. 'k Geleuve zelfs, dat 't noader komt as gisteren. Blijkbaar boezemt de mededeeling Seelevie geen buitengewone belangstelling in. Zij reageert althans niet verder en in doffe kadans begint de karn weer gelijkmatig te klotsen.

Go zat naast Eduard van Neerwinden, en voortdurend ging die naam in z'n heerlijke kadans door haar hoofd: wat 'n vreemde naam, wat 'n prachtig-mooie naam; echt 'n boeken-naam, en toch niet vervelend romantisch. Wat paste hij goed bij hem; ze had eigenlijk wel kunnen weten, dat hij zoo heeten moest: Eduard van Neerwinden; natuurlijk.