United States or Montserrat ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dat waren eigenlijk bouwvallen van soeters of van »gaards", die niet meer onderhouden werden; verder waren het herdershutten, die verscholen lagen tusschen groepen van beuke- en berkeboomen. Het was evenwel onmogelijk de rivier zelve te bespeuren, maar men hoorde hare golven klotsen en loeien in haar rotsachtig keurslijf en over hare hobbelige bedding.

In de holle rotsen, Aan de kust die ruischt, Bij het wilde klotsen Als de stormwind bruist, In de lange uren In de fjord van 't noord, Zit zij stil te turen, En zij grijpt tot moord En zij spant haar sterk net tot haar roof.

Om hen heen was niets dan nevel en damp, en de wolken waren zelfs zoo ondoorschijnend, dat zij bijna niet konden gewaar worden of het nacht of dag was. Geen enkele lichtstraal, geen enkel teeken van leven uit de bewoonde wereld, noch het klotsen der golven van den Oceaan konden hen in die onmetelijke duisternis bereiken, zoolang zij in die hooge luchtstreek waren.

„O, zonlicht!” Op een dennenwoud van rotsen, Wier top mijn langste schaduw niet genaakt, Is ’t, of een sombre reus zijn hel bewaakt, En, wat zich roert, dreigt met granieten knotsen. Geen einde links, géen rechts; het duister braakt Gore gevaarten; eeuwge tranen trotsen Alleen de stilte en dood; de hars-toorts kraakt; De voet doet kei op kei in de’ afgrond klotsen.

Hij hoorde het schuimende klotsen weêr, het breken en tuimelen der waterbanen in den avondvloed, het lange deinen der opschuivende golven, meeuwwit bekuifd, met sappig smaragd in de diepten, vol donkere blauw-waterkleuren in de omkrommende valling.

Wel treurig het verrijzen, dien Zondagochtend! De golven klotsen tegen de vier muren van ons huis. Waarheen wij ook uit onze bovenvensters staren, alles in het rond golft, alles stroomt. Wij zijn gevangenen. Had iemand ooit gedacht, dat ons dorp zulk een vloot rijk was? Heel den Zondag gaan de meest onderscheiden vaartuigen in eindelooze rij langs onze woning voorbij.

Zij was moê van haren langen dag van niets doen en halven waanzin, en zij wilde zich vroeg ter ruste leggen. Zij zou ook niet het gas opsteken; zij zou nog een pooze schemeren en dan zou zij pogen te slapen. Maar het begon te zieden, te bruisen, te klotsen in haar hoofd.

Heurt ge 't weer? vraagt Kobeken, de lucht inkijkend, nadat ze daar een poosje roerloos hebben gezeten. De vrouw kijkt eveneens in 't blauwe van de lucht en knikt dan met het hoofd toestemmend, dat ze 't heel goed hoort. Ze zijn weere bezig, zille! roept Kobeken, door 't opengebleven deurgat, zijn dochter toe. De karn houdt even op met klotsen, Wat zegt-e? vraagt Seelevie's stem daarbinnen.

Modder druipt langs zijn uniformjas. Achter hem aan joelt het volk. Vrouwen die er niets mee te maken hebben, loopen te huilen. De klompen klotsen op de keien. "Op zij mense! Op zij dan, godverdomme!" In een herberg wordt het kind binnengedragen. De deuren gaan dicht. De gordijnen worden neergelaten. Door de kieren kijken ze naar binnen. "Ze hebben 'm uitgekleed!" "Zijn tong hangt uit z'n mond!"

Met regelmatig klotsen vloeide de Schelde immer voort, immer voort, stuwend de eeuwige wiegeling harer donkere baren, waarop met grillige trillingen en zotte wentelingen dansten de blauwe en groene of felroode vuurstrepen der kadelichten ... In de langzaam-onzichtbaar wordende masten stegen sterrekens, zacht-pinkelend in de toenemende donkerte ... en uit de verte kwamen, klievend het woelig-bollende water, waarover nu witte schuimstrepen breed-uitwaaierden, stoer-zwarte schimmen van krachtige sleepbooten aanglijden, meevoerend een vonkelend vuuroogje in de sprietelende mastspits.