United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


En in de versleten, slordige vigilante, rijdend door de modderige straten van het mistige Londen, op sommige plaatsen nog spookachtig verlicht door mat lantarenschijnsel, dat streed met het grauwe licht van den winterdag, begon zij opeens vroolijk te neuriën: "Wenn ich komm', wenn ich komm', wenn ich wieder komm'...." "Ach, wird das schön sein!" riep zij opgewonden.

Hij hield een cab aan, en weêr lachte hij even, omdat de stem, waarmede hij den koetsier het adres van Sir Archibald noemde, een melodramatischen klank had: dien van den traitre ... En hij dook terug in den hoek van het rijtuig, de schouders opgetrokken, de oogen klein en slim voor zich uitturende in de mistige twijfeling van den nacht. Diep in zijne ziel lag eene ontzettende treurigheid.

Van Ernest zag hij de dof-ronkende vreeze en den ontredderden wil. Ernest was vaak, in de algemeene modulatie, een mistige grondtoon, laag zwevend over orgelende klankslingeringen, angstig gelijk een ruchtige nacht. Rupert had, binst de bewerking van zijne geneugten, het zicht noodig van dat bleek voorhoofd, van die verdraaide oogen, van dien matten, diklippigen mond.

't Waren Kempische mijnwerkers en Vlaamsche agrariërs. Ze hadden bleeke vierkante voorhoofden, die uitglommen met een zonderlinge kracht in het natte spel van de mistige Septemberverven. Ze keken stoer en wild op naar voren, belast van binnen met een wil van wanhoop. Zij waren lijk kudden, die men drijft langs enge wegen en die nu ineens op de breede weidevlakte vrij zich smijten.

De winter verzachtte zich tot eene mistige lente, de season kwam en Bertie scheen het zeer aangenaam te vinden afternoon-tea's en at-home's bij te wonen; aan een groot diner tusschen twee paar mooie schouders te flirten, nooit verblind door de tinteling der juweelen en nooit bedwelmd door de tinteling der champagne; in een fauteuil der dress-circle kwijnend achteruit te leunen, terwijl zijn fijn gelaat zeer gedistingeerd rustte op zijn hoogen glanzenden boord, zijn wit boeketje geurde in zijn knoopsgat en zijn binocle tusschen zijne, nu genezen, vingers draaide, als was geene dier dames de moeite waard door hèm betuurd te worden.

"Nu scheen ik te slapen, en toen ik wakker werd, dreef ik op zulk een mistige zee als wij gisterenavond gezien hebben. Ik had het land geheel uit het gezicht verloren, en ik kon mij niet herinneren hoe de sterren er uitzagen, of hoe ik had leeren sturen, of begrijpen waar ik heen moest.

Een levendige romantiese natuur-poëzie gaat er door de sagen en sprookjes zowel als de liederen, een poëzie van het mistige klimaat en de altijd omslaande winden en de Atlantiese Oceaan, van bos en heide, dat zoveel plaats in 't land inneemt. »Een roep van de bulderende zee komt tot mij, een roep van de bulderende zee jaagt mij des nachts op van mijn leger... Raad eens waaraan ik denk: Een sterk wezen, zonder vlees, zonder been, zonder hoofd, zonder voeten; het wordt nooit ouder dan het is; de zee wordt wit wanneer het komt.

Het was nu in het begin van den winter, en nooit zag ik een droefgeestiger landschap dan hier: de mistige dampkring was met een fijnen stofregen bezwangerd, waardoor de sombere wouden met hunne bontgekleurde sneeuw zich slechts onduidelijk lieten onderscheiden.

Het licht werd grooter, geler, heller, schoot korte, vlugge stralen over de eventjes uit mistige duisternis opduikende boomstammen aan den zijrand van den modderigen weg. En eindelijk zag ze vaag het donkere gevaarte: het in kadans knikkende hoofd van 't paard, de gelijkmatig aandravende beenen, het zachtjes schommelen van de zwarte sjeeze-kap en het dof spaken-glimmen van de wentelende wielen.

Het was een van die dagen gelijk ik ze in November even gaarne mag, als zonnegloed in Juli: een kille, grauwe, mistige druiler, een dag zonder ochtend en zonder avond, een dof geschemer tusschen twee nachten.