United States or Botswana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Psamtik verliest alle recht op den schepter, zoodra zich een broeder, een zoon, eene dochter of een schoonzoon van Hophra opdoet. Alzoo begroet ik in mijn koning, den toekomstigen heer van mijn schoon vaderland." Cambyzes nam deze hulde aan, en Onoephis vervolgde: »Ook heb ik in de sterren gelezen, dat Psamtik zal ondergaan; maar dat de kroon van Egypte voor u is bestemd."

In zijn huis verzamelden zich om harentwille alle vreemdelingen, die haar met geschenken overlaadden. Koning Hophra , die veel van hare schoonheid en haar verstand gehoord had, liet haar naar Memphis komen, en wilde haar van Charaxus koopen. Deze echter had haar reeds lang de vrijheid geschonken, en beminde haar te vurig, dan dat hij zich van haar zou hebben kunnen scheiden.

»Alzoo weet gij, wie de vader van Nitetis was?" »Ik zelf heb het gebed bij het graf van koning Hophra uitgesproken." »Maar wie heeft u dit geheim verraden?" »De eeuwige sterren, mijn zoon, en mijne kunst om in dit boek des hemels te lezen." »En bedriegen deze sterren nooit?" »Hen, die de taal der sterren waarlijk verstaan, bedriegen zij nooit." Psamtik verbleekte.

Gij hebt het kunnen opmerken, hoezeer die goede Egyptenaren zich, bij hunne keuze van een nieuwen koning, vergist hebben, en hoe zij van de Scylla in de Charybdis , zijn vervallen. Was Hophra een vriend der Grieken, dan voorzeker kunnen wij van Amasis getuigen, dat hij ons hartelijk liefheeft.

Amasis wil koning worden! klonk het van gelid tot gelid, van mond tot mond. De goede, de vroolijke Amasis zij onze koning! jubelde het gansche leger na weinige oogenblikken. Een mijner oude tafelvrienden zette mij den veldheershelm op het hoofd, en toen deed ik de scherts in ernst verkeeren. De hoofdmacht van het leger sloot zich bij mij aan, en wij versloegen Hophra bij Momemphis.

Mijne makkers, de onderbevelhebbers van het leger, hadden geen genoegen op het heerlijkste feest, als ik er niet bij was. »Op zekeren dag zond mijn voorganger, Hophra, ons ten strijde tegen Cyrene. In de woestijn van dorst versmachtende, weigerden we verder te trekken.

»Hoogst natuurlijk, zoolang gij onderstelt, dat ik de schoone kranke voor eene dochter van Amasis aanzie." De Egyptenaar ontroerde andermaal hevig. Zonder schijnbaar daarop acht te geven, vervolgde Phanes: »Ik ben beter onderricht, dan gij u kunt verbeelden. Nitetis is de dochter van Hophra, den onttroonden voorganger van uw koning.

Toen ik mij hedenmorgen, ten einde een weinig uit te rusten van de vermoeienissen van den afgeloopen nacht, had nedergelegd, verscheen een dienaar van den koning, met het mij toegezegde goud en een brief, die het verzoek inhield een kinderlijkje te bezorgen, dat, alsof dit het overleden dochtertje van Hophra ware, met groote plechtigheid zou worden begraven.

Dezelfde kroon, die Amasis de dochter van Hophra, mijne onvergetelijke gemalin, ontroofd heeft, heb ik u van het hoofd gerukt. Om Nitetis' wil heb ik dezen oorlog begonnen; thans schenk ik uw zoon het leven, wijl zij hem heeft liefgehad. Voortaan moogt gij als onze dischgenoot in volle vrijheid aan ons hof verkeeren, en de eer mijner grooten deelen. Ga den knaap halen, Gyges!

Het is een heel bijzonder geval met dat meisje, Phanes! Gij hebt veel van haar vader gehoord, van Hophra...." Psamtik liet den beschonkene niet voortgaan. Hij legde hem de hand op den mond, en zond mij met een barsch woord naar mijne woning. Daar overdacht ik het gehoorde, en kwam toen tot vermoedens, die mij gebleken zijn de zuivere waarheid te wezen.