United States or Saint Kitts and Nevis ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wanneer wij dus zeggen dat de Geest, terwijl hij zichzelf beschouwt, zich zijn eigen machteloosheid voorstelt, zeggen wij niets anders dan dat, terwijl de Geest poogt zich iets voor te stellen wat zijn macht tot handelen onderstelt, juist diezelfde poging wordt belemmerd; m.a.w. Opmerking St. XI v.d. H.t.b.w.

~Kijken~ onderstelt meer opzettelijk het oog op iets richten: ~Kijk~ eens, of hij er aankomt. Hij ~kijkt~ naar de sterren. Hij ~staarde~ mij verwonderd aan. Hij ~tuurt~ met zijn kijker naar het stipje in de verte. ~Gluren~ beteekent hetzelfde als turen, maar met de bijgedachte, dat dit in het geheim geschiedt. Hij ~gluurde~ door een kiertje van de deur, om te weten, wie er binnen was.

Volgens zijn waarnemingen moet die bol zijn omloop om de aarde volbrengen in 3 uur 20 minuten, wat een verbazende snelheid onderstelt." »Zijn alle sterrenkundigen het eens aangaande het bestaan van dien tweeden wachter der Aarde?" vroeg Nicholl. »Neen," antwoordde Barbicane, »maar indien zij als wij, hem hadden waargenomen, zouden zij er niet aan twijfelen.

Ik ben een onverbeterlijk loshoofd die niet rusten kan in de ruste; ik heb zwaar en herhaaldelijk tegen de discipline gezondigd, een onvergefelijk vergrijp in de oogen van mijn vader, dat is zoo; ik heb veel geld verkwist, veel te veel, helaas! want ik heb geteerd op het ouderlijk erfdeel dat nog niet het mijne was, ik heb mijn vader meer gekost dan het blijkt dat hij geven kón; ik ontken mijne schuld niet, ik weet dat ik veel gedaan heb wat strafbaar is in de oogen der menschen, en als ik hard word bejegend, zeg ik tegen mij zelf: 'Rudolf, mor nu maar niet, je hebt het verdiend; maar dat alles belet niet, dat ik mij nog herinner, dat ik van afkomst een patriciër ben, de zoon van een eervol hoofdofficier, en dat ik ook nog mijn vonkje eergevoel heb, al meent gij dat het heelemaal is uitgedoofd; en daarom zeg ik u: met bedriegelijke handelingen van zulken aard als gij daar onderstelt, Francis, heb ik mij nooit ingelaten; ik zou nog eerder in een verlegen oogenblik een dief of een moordenaar kunnen worden, dan opzettelijk bedrog plegen, en ik heb nooit iets gedaan dat iemand het recht kan geven mij als falsaris aan te zien, en gij, Francis! gij die wel mijne schuld maar ook mijne rampspoeden kent, gij die, begaan met mijn ongeluk, zoo dikmaals voor mij gesproken hebt, hoe komt zulke schrikkelijke verdenking tegen mij bij u op?"

Men onderstelt, dat die uitgestrekte vlakte is bezaaid met lavablokken, uitgeworpen door de vulkanen aan haar rechterzijde, Ptolemeüs, Purbach, Arzachel. Maar het projectiel naderde de Maan kennelijk, en weldra lieten zich de bergtoppen onderkennen, die de vlakte aan haar noordzijde omzoomen.

Onderstelt dat twee huetten met byen niet ver van malkanderen staen; de een groet ende de ander kleyn; de groete huet sal wynnen en de kleyn huet sal verspelen; de reden is omdat die der groete huet een groeteren saenck maecken en vervolgens de jonge byen nogh geene vaeste vluegt hebbende, volgen altost desen groeten saenck en worden so van haer eygen huet verleidt.

Het trekken van de eene plaats naar de andere. ~Tocht~ onderstelt, dat er moeilijkheden te overwinnen zijn, terwijl ~reis~ meer op den verren afstand ziet. Zoo spreekt men bij het leger van veldtochten, niet van veldreizen. Waarom is het beter te zeggen een plezierreisje dan een pleiziertochtje? Op hun huwelijks naar Zwitserland hebben zij prachtig weer gehad.

~Overhalen~ is niet zoo sterk als overreden; het onderstelt minder klemmende redeneering en duidt meer op goed gekozen woorden of verleidelijke voorstellen. Het wordt dus meer van alledaagsche zaken gebezigd en kan ook een ongunstige beteekenis hebben. Ik heb hem ~overgehaald~ nog een week zijn reis uit te stellen.

~Buigen~ onderstelt, dat de beweging sterker is; als teeken van nederigheid of onderdanigheid is het dus van meer kracht dan ~nijgen~. Zij ~neeg~ het hoofd tot een beleefden groet. Hij ~boog~ het hoofd in het bewustzijn van zijn schuld. De vorstin werd luide toegejuicht; vriendelijk nam zij die hulde in ontvangst. De deputatie zeer diep voor den koning.

Uit al deze feiten blijkt, waarom de zoöloog, zoo hij zich nauwkeurig wil uitdrukken, altijd zegt: de vogels vliegen, omdat zij vleugels hebben, en niet: de vogels hebben vleugels om te vliegen. De eerste uitdrukking drukt een eenvoudig, duidelijk en onwederlegbaar feit uit; de tweede uitdrukking daarentegen onderstelt eene voorbeschikking van een bepaald dier tot eene bepaalde levenswijze.