United States or Bhutan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen wenkte de Egyptenaar den deurwachter tot zich en fluisterde hem toe: Gij weet waar onze goederen geborgen zijn op het voorplein en waar onze kameelen rusten. Maak alles gereed terwijl wij weg zijn, opdat wij, zoo het noodig mocht wezen, bij onze terugkomst dadelijk kunnen afreizen. Ik zal er voor zorgen, ga gerust, antwoordde de wachter.

De koele atmosfeer, de schoone bloemen, de sabbatsstilte, alleen verbroken door het zachte ruischen van het water en het gonzen der insecten, brachten den Egyptenaar in een opgewekte stemming. Toen wij u inhaalden, zoon van Hur, zeide hij, was uw gelaat naar Jeruzalem gekeerd. Mag ik u vragen of dat het doel uwer reis is? Ja, ik ben op weg naar de Heilige Stad.

Langzamerhand hadden zich eenige nieuwsgierigen bij hen aangesloten, zoodat toen de Egyptenaar stilhield, om bij den schildwacht inlichtingen te vragen, onze reizigers het middelpunt werden van eene steeds aangroeiende menigte. Vrede zij u! zeide de Egyptenaar den schildwacht groetende, die den groet onbeantwoord liet. Wij zijn van verre gekomen om den geboren Koning der Joden te zien.

Zijn voorkomen was deftig en statig, en hoogst ernstig. God alleen is groot! zeide hij, zich weder oprichtende. En gezegend zijn zij die Hem dienen! antwoordde de Egyptenaar. Maar zie, daar komt onze tochtgenoot. Hij wees naar het noorden, waar een derde kameel, wit als de hunne, met snellen stap naderde. Zij wachtten, totdat ook hij stilhield, en zijn berijder op hen toetrad.

Eenigszins teleurgesteld vraagde Herodes: Welke vraag hebt gij tot den hoofdman aan de poort gericht? Wij vraagden hem: Waar is de geboren koning der Joden? Nu begrijp ik waarom het volk zoo opgewonden was. Is er dan een tweede Koning der Joden? Onbevangen antwoordde de Egyptenaar: Er is een jonggeboren Koning.

Verlossing wil zeggen, dat God weder op aarde wonen zal en de gerechtigheid heerschen, opdat zijn verblijf mogelijk zij. Ben-Hur kon zijne teleurstelling niet verbergen. Hij boog het hoofd, en ofschoon hij niet overtuigd was, voelde hij zich niet dadelijk in staat om de zienswijze van den Egyptenaar te bestrijden. Ook Ilderim schudde ongeloovig het hoofd.

De Egyptenaar boog en antwoordde: Indien wij het niet waren zou de machtige Herodes niet om ons gezonden hebben. Wij zijn die mannen. Wie zijt gij? Vanwaar komt gij? vraagde de Koning, en voegde er op veelbeteekenden toon bij: Dat ieder voor zichzelven spreke. In weinig woorden deelden zij hem beurtelings hun naam en afkomst mede en langs welken weg zij de reis naar Jeruzalem genomen hadden.

Brian De Bois-Guilbert is een man, bij wien ik veel vermag; bedenk, hoe gij het verdienen kunt, dat ik bij hem een goed woord voor u doe!" "Helaas, helaas!" schreeuwde de Jood, "van alle kanten komen er roovers tegen mij op; ik ben ten prooi gegeven aan den Assyriër en den Egyptenaar!"

Uitgeleerd in listen en streken, versmaadt gij geen enkel middel, hoe bedrieglijk en leugenachtig ook, om uwe oogmerken te bereiken." »Gij beoordeelt mij en mijne landgenooten, gelijk dit van een Egyptenaar te wachten is; dat is, gij houdt ons, als vreemdelingen, voor de slechtste menschen die ge u denken kunt. Ditmaal echter bedriegt gij u!

Wanneer de Romein uit de hoogte neerziet op den Israëliet en hem bespot, dan doet hij slechts wat de Egyptenaar, de Assyriër en de Macedoniër vóór hem gedaan hebben, en daar de spot tegen God gericht is, zal het einde hetzelfde zijn. Er bestaat geen wet, die de opperheerschappij der natiën vaststelt; daarom is de aanspraak op de opperheerschappij ijdel en de strijd daarover tevergeefs.