United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Weet gij 't dan niet hoe ik reeds in den jare 1833, op den dag, waarop men in mijn geboortestad goedvond de kermis in te luiden, het akelige klokgebengel begeleidde met een improvisatie: Voor mij geen kermisfeestgerel, Geen weidsch betiteld kinderspel, Geen dwaasheid op haar zegewagen, Bij raadsbesluit en klokgeklep Gerechtigd voor een tiental dagen, Wat eerlijk mensch er tegen hebb'?

Je brengt waarachtig geen gezicht voor een bruiloft mede." "Ik heb dezen nacht in ontroering en kwelling des geestes doorgebracht," antwoordde Raesfelt. "Het was met mij als de Psalmist zegt, Ps. 77: Al hebb' ik van gantscher herten Gebeden in anghst en smerten, Soo blijft doch mijn hert eenpaer Vol benauwtheit en anghst swaer.

ADRIANA. Spraakt gij zoo lief? LUCIANA. O stil toch! welk een gloed! ADRIANA. Ik kan niet, wil niet, houd mij niet meer in; Nu hebb', zoo niet mijn hart, mijn tong haar zin! Hij is verdraaid, krombeenig, rimp'lig, oud, Van top tot teen een monster, hartloos, koud, Onvriendlijk, boos en slecht, een nar, een beer, Misvormd naar 't lijf, maar naar den geest nog meer.

Sals mij danckbaerlick daer met laeten contenteeren ende blijvende neffens mijne groetenisse sijnen D.W. ende geneegen dienaer Het tghene ick aen de lijsten en de kas verschooten hebb is 44 guldens in alles. Behalve omtrent zijn karakter, leert dit schrijven iets omtrent zijne ontwikkeling.

Gij, die als een stille nachtvlam Voor mijn venster hebt gebrand, Toen de diepe diepe nacht kwam Over 't donker levensland; Gij die als een hand waart, wenkend Toen mijn voet naar de afgrond gleed, Wie ik was altijd gedenkend Met een glimlach door mijn leed; Wie ik, eens zoo trotsch, beloofd heb Dat mij 't Leven heffen zou Schoon 't van alles mij beroofd hebb' Voor U, wondervolle vrouw,

SILVIA. Te schand'lijker van hem, dien mij te zenden; Wel duizendmaal heb ik hem hooren zeggen, Dat hem zijn Julia dien bij 't afscheid gaf. Maar hebb' zijn valsche vinger dien ontwijd, De mijne zal zijn Julia zoo niet krenken. JULIA. Zij dankt u. SILVIA. Wat zegt gij? JULIA. Ik dank u, dat gij deel neemt in haar lot; Die arme maagd! mijn meester krenkt haar diep. SILVIA. Gij kent haar dus?

Sondaeres, die Christi voeten Met boetveerdigh nat begiet, Om uw sondig quaedt te boeten, Jesus door genade schiet In uw ziel een soeten regen, En hij wascht uw smetten af: Gij verkrijght den hemel-seghen, Vrij van sonden ende straf. Jesu! geeft mijn herte suchten En mijn oogen droef getraen, Opdat ick de sonden vluchten En beween', die 'k hebb' begaen.