United States or Togo ? Vote for the TOP Country of the Week !


De tijd ontbreekt mij om u een verslag van die vergadering te geven. Beleedigen bespotten hoonen krenken kwetsen verguizen smalen smaden. Iemand op grievende wijze behandelen. ~Beleedigen~ zegt dit in het algemeen, zonder dus nader aan te duiden, waarin de beleediging bestaat. De gezant werd op straat ~beleedigd~. Gij moogt nooit de godsdienstige gebruiken van andersdenkenden ~bespotten~.

»Tot mijn spijt moet ik zelfs in dat geval gehoorzaamheid weigeren; want zie, edele vorstin! er zijn slechts twee heldere hemellichamen, waarom mijn donker leven zich draait. Zou ik de maan verraden, als ik er zeker van ben dat ik daardoor niets uitwerk dan de warme lichtkracht der zon te verduisteren?" »Wil dat zeggen dat uwe mededeeling mij, de zon, krenken zou?"

Eindelijk zeide de boschwachter: "Jongen, wees niet zoo bang voor mij; ik zou voor al het geld van de wereld geen haar van uw hoofd willen krenken. Neen, ik zal u beschermen, dat zal ik. Deze Spanjaard is niet doofstom: gij hebt u dat onwetend laten ontvallen; gij kunt het niet weder intrekken. Gij weet meer van den Spanjaard. Vertrouw mij; zeg mij wat het is. Ik zal u niet verraden."

Men kon hem bezwaarlijk een verwijt doen. Hij was zoo kinderlijk in al zijne handelingen, hij speelde met het minste onderwerp en het luttelste gerucht, en hij lachte maar, gulzig-pratend, zoodat dit nooit het leed van Vere of de aandachtige bezorgdheid van Doening krenken kon. Florjan Pacôme alleen wist de oorzaak van du Bessy's blijgeestigheid.

Myn vrouw was konfuus, en ik dacht er aan, wat Busselinck en Waterman zouden gezegd hebben, als ze dat gezien hadden ... dat er twee rytuigen tegelyk voor ons waren, meen ik. Maar 't was niet gemakkelyk een keus te doen, want ik kon niet besluiten een der partyen te krenken, door 't afwyzen van een zoo lieve attentie. Goede raad was duur.

Dan huwt zich hun wreede zucht naar leedvermaak aan hun vijandschap tegen het heilige. En zoo vlamt in hen op die diepe goddelooze haat, die er in geniet, om een Abel, een Lot, een Stefanus te krenken en zeer te doen.

Vrijheid, bloemen, boeken en de maan wie zoû daarmede niet volmaakt gelukkig zijn? Bovendien zijn feesten niet meer voor mij. Ik heb er te veel gegeven om er op gesteld te zijn. Die kant van het leven is voor mij voorbij, tot mijn groot geluk, geloof ik. Maar als na mijn ontslag een mijner vrienden een verdriet had en mij niet toestond het te deelen, zoû mij dat bitter krenken.

SILVIA. Te schand'lijker van hem, dien mij te zenden; Wel duizendmaal heb ik hem hooren zeggen, Dat hem zijn Julia dien bij 't afscheid gaf. Maar hebb' zijn valsche vinger dien ontwijd, De mijne zal zijn Julia zoo niet krenken. JULIA. Zij dankt u. SILVIA. Wat zegt gij? JULIA. Ik dank u, dat gij deel neemt in haar lot; Die arme maagd! mijn meester krenkt haar diep. SILVIA. Gij kent haar dus?

Wist gij, wat edel en wat passend is, Gij zocht geen vreugd in mijne droefenis. Moet gij, nog niet tevreden met uw haat, Ook nog vereend mij krenken door uw smaad? O, hadt gij van den man meer dan den schijn, Nooit zoudt ge voor een vrouw zoo kwetsend zijn, Mij grieven met uw lof en liefdesmart, Terwijl ik weet, gij haat mij in uw hart.

Ge hebt daaral niet veel te protocollen, naar ik zie, en dat is een ongeluk voor u en voor haar. Alles goed bekeken. Ge zijt een vijg, jongen, ge zijt een slappe vijg ... 'k zeg het in alle eere, om u niet te krenken ... kortom, een vijg." Johan Doxa sprak: "Vermits gij het zegt ... vermits gij het zegt ... denkt ge waarlijk?"