United States or Guinea-Bissau ? Vote for the TOP Country of the Week !


In de eene helft der tent werden nu de veldbedden opgeslagen en ons drietal begaf zich ter ruste, slechts door een dunnen wand van de slaapplaats des gastheers en diens gezin gescheiden. Na een verkwikkelijken slaap, zooals men sinds het vertrek van Tanger nog niet had genoten, stond men met het krieken van den dag op.

Intusschen was des gastheers zorg geweest, bij die gesprekken een handzaam wijntje gul te doen vloeien. Men heeft ze namelijk nat te houden, die koloniale onderwerpen, trots alle geestdrift. Met goeden drank en geurige sigaren moet men ze besproeien en bewierooken. Anders worden zij licht als zaagsel in den mond, en als oude staatsbladen duf in de neusgaten.

Allen lieten zich onderwijl de verschillende gerechten goed smaken, nu en dan de handen afdrogend aan groote sneden brood, die vervolgens aan des gastheers grooten hond werden toegeworpen en gretig verzwolgen.

"Een schoone heldhaftigheid voorwaar!" zeide Deodaat bitter: "om op een gastvrij feest te verschijnen, waar gij niets te vreezen hebt, ten einde aldaar de beleefdheid des gastheers met norsche onwellevendheid te beantwoorden. Pas op, Jonker Seerp! met zulk een gedrag zult gij weinig eer behalen.

"Wie spreekt daar?" vroeg Elbert, met trotschheid opziende; maar zijn oogen zagen verlegen voor zich, toen zij den vrijen blik ontmoetten van Joans ouden krijgsmakker, die, met de armen over elkaar geslagen, achter de zitplaats des gastheers stond. "Dat ben ik, met uw verlof," zeide Bouke: "en wat ik niet vol kan houden, zal een ander voor mij doen."

Ik zoû verdwalen, zei Suetonius, zoekende zijn weg: Hermes haastte hem zich voor, geleidde de gasten door een overdekte zuilengang dadelijk terug naar den glazen binnenhof, om 's gastheers komst af te wachten. Zij zetten zich in de ruime cathedræ, om het nymfæum. De beminnelijkste man van onzen tijd, prees de oude Verginius Rufus, die Plinius' voogd geweest was.

Ik aarzelde dus niet om mij weer naar mijn legerstede te begeven, en de natuur, haar rechten hernemende, welke zij te lang aan de verbeelding had afgestaan, deed mij een weldadigen slaap genieten, waaruit ik niet ontwaakte, dan toen de stem mijns gastheers mij riep, en ik, de vakerige oogen wrijvende, den Heer Bos, reeds geheel gekleed, zag voor mij staan.

Daar de Graaf in zich zelf gekeerd en ontevreden was, en de houding van de aanwezigen, bovendien door het gebeurde weinig gestemd tot vroolijkheid, zich naar die des gastheers schikte, liep het feest vrij stil en droomerig af, en men scheidde vroeger dan men had voorgenomen, zonder dat eenig noemenswaardige gebeurtenis dien dag verder plaats greep.

De avond begon te vallen, en ik ongeduldig te worden: juist wilde ik beproeven of ik de deur niet kon openen en onder het een of ander voorwendsel naar beneden gaan, toen ik een bedaarden stap op de trappen hoorde. De grendel week en de dochter mijne gastheers stond voor mij, met een glas water in de hand.