United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ten laatste bevond hij zich, opziende, in de onmiddelijke nabijheid der stad, en niet ver van de plaats waar de woning van Rezia, die Rezia van vorige, gelukkiger dagen, gelegen was, en die, hij moest het zich nu wel herinneren, aan de meermalen, doch van een geheel andere zijde door hem bezochte villa van Feizi grensde. En de avond begon te vallen.

Gij waart haar vader; wat gij noodig hebt, en waar ik in voorzien kan, zult gij hebben. Laten wij elkaar de hand geven, en afscheidnemen om elkaar nooit weer te zien. Zooals ik gezegd heb, God vergeve ons allen!" "Dank u dank u," zeide de oude man, door het witte haar heen, dat over zijn oogen viel, opziende. "Het is een zonderlinge wereld, en wij zijn allen ellendige zondaars.

»Ik denk, dat je niet eens weet wat een jatter ishernam de Vos op treurigen toon. »Ik geloof, dat ik 't wel weetantwoordde Oliver, opziende. »Het is een d...., dat ben jij, nietvroeg Oliver, zichzelf in de rede vallend.

Toen Tom bij haar kwam, stak hij stilzwijgend eenige handen vol katoen uit zijn eigen zak in de hare. "O, doe dat niet, doe dat niet," zeide de vrouw, verwonderd opziende. "Gij zult u zelven maar in moeite brengen." Juist toen kwam Sambo aan.

"Wie?" zegt Helmond snel opziende, nadat hij Thom een wenk had gegeven, om zich nu met het geneesmiddel zoo haastig mogelijk naar De Zonsberg te spoeden. "Waarom niet eerlijk met u gesproken!" zegt mevrouw Van Hake, zoodra Thomas in allerijl is vertrokken: "Als zelfs de kwade tongen zich roeren, dan mag de vriendentong toch zeker niet zwijgen; nee dan zal en moet hij troost en raad geven.

"Waldemar Fitzurse!" riep hij geheel verwonderd uit, "Wat kon een man van uw rang en van uwe schijnbare waardigheid tot zulk een schandelijke onderneming bewegen?" "Richard," zei de gevangen ridder, naar hem opziende, "gij kent den mensch slecht, als gij niet weet, waartoe eerzucht en wraak elk Adamskind kunnen verleiden!" "Wraak?" antwoordde de Zwarte Ridder; "ik heb u nooit beleedigd.

"'t Is wèl," zei juffrouw De Groot, en de Moeder vertrok, om door het gesloten venster heen, met de doove buurvrouw een luid gesprek aan te knoopen over de noodzakelijkheid om juffrouw Noiret af te leggen, en over haar kostelijke sprei. "Wat had de Moeder?" vroeg Suzette, weemoedig opziende, toen zij vertrokken was. "Niets, lieve!" zei juffrouw De Groot: "ik zal voor alles zorgen.

"Ach!" zeide de oude Beckman, door de menigte heendringende: "hij liegt, die schelm van een Ludwig! heb ik niet het kind van den Heer Graaf voor mijne augen zien in 't wasser wirfen?" "Wat? wie twijfelt daar aan de waarheid van zijn verhaal?" vroeg de Gravin, angstig en snel opziende: "spreek Ludwig! antwoord op hetgeen de oude man zegt."

Of moeder en zoon de rechte snaar niet hebben getroffen, althans Helmond antwoordde ook niet; maar, eensklaps zich vermannend en opziende alsof hem iets inviel, zegt hij: "Thom, jij bent niet om je kwartaal gekomen; 't is waar, ik had het je kunnen meebrengen, maar...." Onwillekeurig hebben moeder en zoon elkander vluchtig aangezien. Thomas kreeg een kleur.

Kleine Dientje die, al had zij zich bescheidenlijk buiten de discussie gehouden, toch niet minder scherp had toegeluisterd, geloofde nu weer recht van spreken te hebben; zij naderde Frits, legde haar poezel handje op zijn arm, en naar hem opziende fluisterde zij met haar vleiend stemmetje: »Och Frits! doe het maar, word maar schilder, want ik heb pa hooren zeggen, dat gij dan zeker groot en vermaard zoudt worden, en wie weet of je bijnaam dan niet eens nog je ware naam wordt; en vader is ook rijk en wil graag wat voor u doen, en wie weet, Frits! of dan dat andere ook nog niet eens gebeurt."