United States or Ireland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat doe je toch met haar Clavier; speelt Bregt met haar styve dikke stompen er somtyds eens een deuntje op, als zy dronken is; en dans jy dan met Broêr smulpaap, als er zo een klein verheugingje is? Wat praat gy toch van nog wat te rekenen of te verrekenen: zwyg er maar dood stil van, of ik zal u anders spreken. Weet je wat je krygen zult?

Als nu de waard toornig uitroept, dat hij een fijne, een rijke schoondochter wenscht, die clavier kan spelen, verlaat Hermann eerbiedig zwijgend de kamer.

Neen, myn Heer, zeide zy, zo slegt kan zy het Clavier niet behandelen. 't Zyn stoute meisjes. Ik merk dat zy den goejen lobbes weêr aan het touwtje hebben. Dien armen Jongen doen zy alles doen, wat in hare hoofden komt.

In verband met hun bezigheden verdeelen de vier personen zich weldra in twee groepjes. Charlotte is veel samen met den hoofdman, die haar behulpzaam is bij het aanleggen van haar park, terwijl Ottilie schriftelijk werk verricht voor Eduard, en de kunst verstaat zijn gebrekkig fluitspel goed op het clavier te begeleiden, daarbij vooruit voelend welke fouten hij zal maken.

Natuurlijk sloop hij meermalen langs Lili's woning; hoe bonsde hem het hart toen hij eens, haar schaduw op 't gordijn ziend, naderbijtrad en mocht hooren dat zij aan 't clavier zijn lied "Warum ziehst du mich unwiderstehlich?" zong. Hij boog zoover voorover dat hij zich bijna wondde aan de uitspringende punten van 't hekwerk. Weifelde hij tusschen roeping en liefde?

Ik begeer niets dan een leven, dat vry vrolyk en schoon afloopt; goed gezelschap, aangename Boeken, en het vry gebruik van het Clavier. Dit voornemen heb ik; nu weet gy alles. Bekyf my, preek, vermaan, bestraf, vlei my, ik zal alles lezen, u liefhebben, en myn eigen zin doen.

Ik kan u al myn verdriet niet vertellen; daar is in vele opzichten zulk een zweem van beuzelagtigheid by, dat gy, die zo gelukkig leeft, niet kunt geloven, dat het my treft. Ik heb geen de minste vryheid; komen myne Meesters, dan tiert zy als een zottin; ik mag niet op myn Clavier spelen; ik mag my niet kleden, zo als ik gewoon ben; ik mag niemand zien dan in haar byzyn.

"Wel hede, laat Broeder maar agter komen." "'t Gaat nog al; maar men hoofd, men hoofd!" "Wel, dat is droevig, maar je vergt je ook wat véél." "Ja 't is myn Ambtsbezigheid; en hoe vaart Zuster? Je schynt wel wat onthutst." "Ja, dat ben ik ook, 't is niet altyd het effen wegje, Broertje." Ik sloot myn Clavier, en zei: 't is wel, Tante.

Je ziet daardoor de "peulemondjes," de zalvend-vromig half neergeslagen oogleden, het dierbaar-goedige glimlachje! Ik sloot mijn clavier en zei: 't is wel, tante. Ik ging naar de keuken en bakte helder door; maar-ik-at-die-al-bakkende-zelve-op.

Muziek, clavier- en fluitspel leerde hij vroegtijdig, beoefende hij langdurig; werd hij ondanks al zijn liefde nooit dragelijk meester. Doch het heimwee naar tastbare beelden en snel wisselende kleuren en ontroerende melodieën zou uit zijn streven spoedig blijken....