United States or Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De politieagenten bewaarden de orde bij zichzelven; ze stonden zoo kalm en onbeweeglijk alsof ze in een wassen-beeldenspel opgezet waren. Buter sloot spoedig de deur; hij wist genoeg! De huisgodsdienst vóór het ontbijt werd niet zoo maar voor den vorm gehouden!

Het is waar, de heer Buter las dat in oud-Hollandsch voor, en was door die gehechtheid aan de taal der vaderen wel honderd jaren bij zijn tijd ten achter. De heeren van de Haagsche Synode, die daarom met spot en verachting op hem neerzagen, schreven veel mooier Hollandsch! H. H. DONKER CURTIUS, Pres. J. J. DERMOUT, Secr."

In de hoeken van de stoepen lagen restanten van het sneeuwijs der vorige dagen nog opgehoopt, vermengd met stukken baksteen, afkomstig van een huis, dat op twintig schreden afstands afgebroken werd. Alles zag er dus even treurig en triestig uit; maar toch werd de aandacht van den heer Buter tot iets anders getrokken.

Dat ouderwetsche Hollandsch van Buter is misschien vloeiender; maar die nieuwe taal van de Synode slaat er beter op los! Even over half tien kwamen de "kerkgangers," achttien in getal, want om gewaarborgd te zijn tegen alle spitsvondigheid werd Beukman voor den negentienden gerekend. Onder die achttien waren ook mijnheer en juffrouw Builders en Jannetje Huiskamp.

Daarmee bedoelde ze niet het bezoek van heden, maar den kerkgang van morgen, en vooral de bezwaren welke die haar bezorgen kon. De heer Buter, de vriend van Klaas Beukman, bewoonde in de Lindenstraat tusschen de Noorderkerk en de Lindendwarsstraat een vrij ruim huis. Hij had als winkelier in huishoudelijke artikelen een goed burgerbestaan.

"Broeders en zusters," zei Buter; "laat de politie voor wat ze is. Onze hulpe is in den name des Heeren, die hemel ende aerde gemaeckt heeft. Maar het is tien uur. We zullen beginnen." De heer Buter zou een leerrede van Van der Groe voorlezen, en opende de vergadering met gebed. In het achtervertrek hoorde men het straatrumoer wel, maar niet sterk genoeg om er ernstig door gestoord te worden.

"Mijn vrouw, twee dochters, een dienstmeisje en ik zijn vijf; vijf van de drie en twintig blijft achttien." "Nou ja, goed! Waarom heb je de heele buurt bij elkaar geschreeuwd met je psalmenzingerij? Jullie maakt volksoploopen en oproer. Dadelijk er uit!" "Waarom moeten...." begon Buter.

"Mina!" zei hij tot zijn vrouw, die bezig was met brood snijden; "kom eens gauw even kijken. Er staan vier politieagenten voor de deur!" "Wat blief je?" riep juffrouw Buter en liep met het mes in de hand naar het venster. "Al z'n leven! Zou er niemand door mogen?" "Wie weet het!" antwoordde haar man, "maar het is ook mogelijk dat ze hier geplaatst zijn om ons tegen opstootjes te beschermen."

"Hoeveel ben jelui?" riep de hoofdagent binnenkomend, "Keyser, tel ze!" Keyser telde. "Drie en twintig, agent!" "Overtreding!" "Zeg jij; jij bent zeker de baas van dit honden- en apenspel?" "Ik woon hier," antwoordde Buter zoo kalm mogelijk. "Dan weet je wel dat er een stuk of vier te veel benne."

En ze hadden in den winkel al het aardewerk kapot geslagen, want die mijnheer Buter is winkelier in aardewerk en zulk goed, en ze gooiden ons met de stukken van zijn eigen potten en pannen, en oom kreeg een scherf boven z'n linker oog, 't was op het kantje af dat ze hem het oog uit z'n hoofd gooiden! En 's middags moest het bij oom dichtgenaaid worden; en tante ziek naar bed.