United States or Algeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toch nam hij zijn boekje en schreef zorgvuldig de som op, die Broch moest uitrekenen: Aan Pythagoras werd gevraagd hoeveel leerlingen hij had. De wijze man antwoordde: "De helft studeert philosophie, het derde gedeelte wiskunde, en de overige, die zich in het zwijgen oefenen, maken met de drie, die ik onlangs kreeg, het vierde gedeelte uit van hen, die ik vroeger had."

Broch was slap van lachen, en die bijval moedigde Abraham aan, zoodat hij hoe langer hoe erger werd en nergens meer om gaf, alsof hij zich schadeloos wou stellen voor den dwang door echt wild en dwaas te zijn als hij zich heelemaal durfde laten gaan.

Ze werden steeds vroolijker; allen trokken een lijntje met Abraham, en Broch en hij wisselden nu en dan een blik over de vroolijkheid van de oude heeren.

De Zweden zijn immers onze goede vrienden en broeders. Neen, dan is het beter, wat een ander heeft geschreven, dat men nu liever het Kjölengebergte weg moest wenschen, zoodat de broedervolken zich geheel konden vereenigen. Wie heeft dat ook weer...?" "Ik," zei No. 1 bescheiden. "Juist! dat heb jij, Broch, ja, dat is heel goed.

Hij legde toen zijn tegenzin tegenover hem geheel af; en alle leeraren hadden al lang die geschiedenis met kleine Marius vergeten. Vlijtig en onderdanig sloop hij door de school naast Hans Egede Broch, en velen begonnen hem voor even knap te houden.

Hoeveel leerlingen had Pythagoras, vóór hij er de drie laatste bij kreeg? "Ja, dat is niet zoo gemakkelijk om daar achter te komen," dacht kleine Marius verheugd, omdat hij veilig op zijn plaats zat. En terwijl Broch daar in de verte op 't bord dadelijk met 1/2 x en 1/3 x begon om te springen, verdiepte Marius zich in overpeinzingen over dit ingewikkeld vraagstuk.

Abraham vond langzamerhand, dat Broch een goede kameraad was; ze gingen 't meest om met de hoogsten in de klasse, met de "kranen," die 't volgend jaar admissie-examen moesten doen. Ze rookten en speelden kaart en 's avonds wandelden ze met de jonge meisjes. Er was iets in Abraham, dat hem een zeker aanzien, een zeker prestige gaf onder zijn kameraden.

"Ja," antwoordde zij van de sofa, zonder zich te bewegen. Abraham zat over zijn boeken. Hij was met Broch op de kamer van Morten Kruse geweest, waar ze rookten, en hij had een warm hoofd en een prikkelig gevoel in zijn huid; hij voelde zich niet wel. "Nu Abraham," vroeg de vader, terwijl hij ouder gewoonte heen en weer door de kamers liep onder 't toilet maken.

Hij liet Broch naar zijn plaats gaan midden in de som, die ook al te gemakkelijk voor hem was en toen Marius half suf voor het bord kwam, stonden daar een paar rijen getallen en x-en, waar hij geen zier van begreep; alleen zweefde hem flauw iets voor den geest toen hij ergens 1/3 zag staan, dat dit zeker betrekking had op dat rampzalige derde gedeelte, dat wiskunde studeerde.

Abraham aan 't hoofd van de tafel, met zijn vader aan de rechterhand en den proost aan de linker; verder alleen oudere heeren en Hans Egede Broch, die als Abraham's beste vriend was uitgenoodigd. 't Waren de rector en de meeste van Abraham's leeraren; de ambtman en de burgemeester, de andere ambtenaren en de doktoren uit de stad, een twintigtal uitverkoren vrienden en collega's van den professor.