United States or Israel ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zuinig, zei besje, lekker is maar een vinger lang. Zuinig, zei besje, de boter is duur. De Vrouw. Het overleggen is 't al, zei de vrouw, en zij braadde het spek in de boter. Zij maken den bokking hoe langer hoe kleiner, zei de vrouw, en ze zag sprot liggen. Daar kom je kaal van af, zei de vrouw tegen haar man, en hij kwam van den barbier. De Man.

De eerste heeft de gedaante van een groote bokking; ik had ze van dit zoort nog niet gezien, en zekerlyk, behalven den zee-braassem, kende ik 'er geene, die fraaijer gekleurd was. Zyn rug en zyden hebben streepen van eene fraaije geele en van eene ryke en donkere blaauwe kleur, zyn buik heeft eene witte zilver-kleur.

Poddy kreeg vast z'n portie 'n gestoofde bliek, 'n kwak rijst met erwten en 'n halleve harden bokking. Suikerpeer bracht 't 'm zelf, maakte 'n kuil in de deken, trok 't vel van den bokking met z'n nagels, omdat Poddy zoo schlemielig tekeer ging dadde de erwte in 't bed rolde.

De echo van Muiderberg is ~vermaard~. De bokking van Harderwijk was vroeger ~vermaard~. De vermaardheid behoeft echter niet aan het nageslacht overgeleverd te worden. ~Befaamd~ kan zoowel in goeden als kwaden zin gebruikt worden, maar is minder sterk dan beroemd of berucht. Het onderstelt in den regel een »eigenaardige" bekendheid. Het ~befaamde~ Staphorster boertje.

Reggie, voorzichtig, doorploos den visch met 'r vingers, bang voor de graten, lei de schilferstukjes op de boterham. Dovid, zwijgend, uitgehongerd, vrat den harden bokking met graten en vel, lepelde de rijst en de erwten zoo driftig, dat Essie verwonderd 'r hoofd schudde. "Dovid jij vreet je 'n barschting!", waarschuwde ze.

"Maar zie je: vijf jaar, dat benne zestig maande, twee honderd zestig weke, achttien-honderd-vijf-en-twintig dage .... drie-en-veertig-duizend-acht-honderd ure, en ajje de menute wil wete, weet ik ze ook buite me hoofd, want dat leg je daar allegaar maar telkes uit te rekene, as je snachs nie ken slape: omdat je er ommers geen seconde van wordt geschonke, waar je niet zoo siekeneurig langzaam doorheen hoeft te gaan... Je wordt er zoo flauw van, krijgt zoo'n kinderachtige smaak in je mond, waarvoor ze in dat groote Huis nog wel 's 'n stukkie bokking uitdeele an wie beneje 't jaar hebbe, maar as recidivist zijnde, wordt jou geen hartelijkheid van haring of 'n harderwieker gegund.

"En die eerste zeve, acht dage heb 'k geen brok geëte, geen spoog water door me opgekropte keel kanne spoele, daar in dat akelige celletje weer ... Ja, na altijd zukke groote gastmale: je kucchie roggebrood, en alles mondjesmaat, as je van zooveel oplichtinge geleefd heb en gemorke dat er geen bokking zoo mager is, of je braait er nog vet uit! Van die mest alleen wiere die varkes ommers vaam-dik!

Bokking wordt uitgehaald, van de graat ontdaan en dan opengelegd, met zout en peper ingewreven en in de koekepan gebakken. Gebakken oesters. Men druppelt een weinig citroensap op de oesters, wentelt ze in geklutste eijeren, met wat foelie; daarna in gestooten beschuit, en bakt ze dan een oogenblik in boter, maar niet te lang, daar zij dan hard zouden worden. Mosselen.

"Ja," zeide de wapensmid, met een spottenden lach, "en zij waren allen geroosterd als bokking van de blakende zon, gelijk wij zoo meteen zijn zullen."

De eerste heeft de gedaante van een groote bokking; ik had ze van dit zoort nog niet gezien, en zekerlyk, behalven den zee-braassem, kende ik 'er geene, die fraaijer gekleurd was. Zyn rug en zyden hebben streepen van eene fraaije geele en van eene ryke en donkere blaauwe kleur, zyn buik heeft eene witte zilver-kleur.