United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


Simon keek somber en verborg zijn woesten blik onder zijne neergeduwde wenkbrauwen. Wie schreef den brief? vroeg hij. Maar pastoor Doening had zich naast Vere neergezet. Hij bestreelde hare koude handen. Hij overpraatte de slechte vraag van Peter. Wat een leelijke brief, deed hij voorzichtig, en hoe heb ge daaraan het minste geloof kunnen hechten?

Sörge zag dit trage, zekere werk gebeuren, en hij koesterde, terwijl hij onachtzaam een zonderlijk aapje van ivoor over zijn knie bestreelde, het vooruitzicht van een zonneoogst, die uit dit rilde meisjeslichaam moest dijen en openklaren in al het zongrage spel van eene fijnkundige liefde.

Lage zetels vlijden, in het schoone licht, hunne glimmende leuningen en 't oude goud van bestreelde borduurbloemen. Rupert schoof ze rond het vuur en ontlastte de dames van hunne zware mantels. Hoe kwam Takker hier? Hij stond in het deurgat en nam de mantels aan. Men bracht een flesch oude porto. Het gesprek moest weer uit diepten van ongemak worden opgehaald.

De bruine toon van haar kleed, belicht met roomgele zijde en overal door den gloed van amethysten ontstoken, bestreelde voortreffelijk de lenigheid van hare vormen. Rupert stond recht. Hij groette haar bescheiden. Ze reikte hem hare hand niet. Hij zei: Laat mij hopen dat mijn bezoek u niet te zeer verwondert. Ik moet toch bekennen dat ik het niet gewenscht heb.

Hij liet er, al drinkend, een klein champagnemos op druppelen, en de natte vlek kleurde geel uit, daar verfrisschend, gelijk dauw op jong loover, de looververf van de boonvormige stippeling. Nu dan, vervolgde mijnheer du Bessy, terwijl hij week Henriëtte's schouders bestreelde en vingerde tot op de haartipjes van hare lauwe oksels, er was te Argos, hoofdstad van Argolis......

Ze zag dat Sörge, in eene vlugge mijmering verzonken, niet eens opkeek en dat zijne hand iets zoetekens bestreelde dat nauw zichtbaar opbultte in den binnenzak van zijn rok. Toen werd de deur van het kleine saletje opengeduwd en daar stond, bleek en zwart-gebaard, een wilde, haast onherkenbare Simon.

Hij zat vóor het gladde tafelblad waarop, zooals een eenzame waterlelie op een vijverspiegel, het wit-porseleinen theekopje zijn glimmend kelkje deed gapen, en hij bestreelde den rug en het hoofd en den elleboog van den ivoren aap. Geizan had zich aan zijne voeten neergevleid en hij voelde de warmte van haar lijf opgaan langs zijn beenen. De avond viel.