United States or United States Minor Outlying Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


29en do. des morgens naedat afscheijt van de tolcken en huijswaerden als andere bekende vrunden genomen hadde, zijn geinbercqueert en nevens de bongcoijs aan 't fluijtschip de Zaijer en de Brack gevaeren, omme aldaer het volck te tellen, naar gewoonte te visiteeren en ons afscheijt te geven; den Almogende geve spoedigh ter gedestineerde plaetze in salvo mogen arriveeren Amen. 29 October.

Hierbij zal ik nog achteraanstellen de calculatie van deze bedijking, wat ieder morgen lands, mijns oordeels, omtrent zal kosten. Voordezen heb ik dit nog eens gesteld; maar over sommige werken was ik wat te ligt geloopen, en hoop nu op alles te letten, zoo veel als doenlijk is, naar de genade, die mij de Almogende God gegeven heeft.

Wat hier van zij is den Almogende bekent ende willen t beste hoopen. Gouverneur en Raad van Formosa aan de Bat.

Dese meer siende op 't gelt als op 't ongemack dat te verwachten stont ende wij op d'cans die nu hadden, lietent beijde soo deur gaen; terstont versagen 't vaertuijgh van seijl, ancker en touwen, riemen en alle 't gene van nooden hadden, om met d'eerste quartier maens, alsoo 't dan daer d'beste weer is ende 't inde wijffel maent was, onse hielen te lichten, biddende dat den Almogende onsen Lijtsman wilde sijn; twee van onse maets te weten den onderbarbier Matheus Ibocken ende Cornelis Dircksz. die bijgevalle uijt de stadt Sunichien ons waren comen besoecken, gelijck wij malcanderen dickmaels deden, die wij 't selve voorhielden ende met ons wel haest overeenquamen ende mede instapte, eenen Jan Pieterse mede in deselve stadt woonachtig, was in de navigatie ervaren, gingh een van ons volcq hem waerschouwen dat alles claer ende gereet was; inde stadt comende bevont denselven bij ons ander volcq inde stadt Namman gegaen was, nog 15 mijl verder gelegen; die hem terstont daer van daen haelden ende in vier dagen al weder met hem bij ons was, hebbende in die tijt soo heen als weder ontrent 50 mijl gegaen; leijdent doen met malcanderen ter degen over ende maeckten den 4en September alles claer, versagen ons van branthout om met d'onderganck vande maen ende een voor eb het ancker te lichten, ende in de name Godes door te gaen, alsoo daer al eenige mompelingh onder de bueren was; omdat de bueren te minder achterdocht soude hebben, te meer alsoo al tgene wij int vaertuijg brogten daer mede de stadtsmueren mosten overclimmen, waeren met malcanderen savonts vrolijck, brochten ondertussen de rijs, water ende coock potten met 't geen meer van nooden hadden int vaertuijg, gingen mettet ondergaen vande maen de muer over ende in 't vaertuijg waermede wij nog om wat water te crijgen aan een eijlant voeren, ontrent een canonschoot vande stadt; ons van water versien hebbende, d' stadt en oorloghsjoncken daer verbij mosten, gepasseert sijnde, cregen voorde wint, en hadden voor stroom, maeckten 't seijl bij en lietent de baij uijt staen , ontrent den dagh passeerden een vaertuijg die ons preijde , dog en gaven geen antwoort uijt vreese oft een wacht mochte geweest sijn.

Ho, ik wil u niet verlaten, vóórdat wij eenigen uwer kinderen gered hebben; wij zullen te zamen weenen en bidden, en misschien zal de Almogende zijne barmhartigheid over ons laten dalen. Ja, ik voel het, gij zult nog moeder zijn, en u verblijden in den lach dergenen, voor wier leven gij vreest." "O, Carolina, zeidet gij eene tweede maal de waarheid! Ziet gij niet, hoe bleek mijne Regina reeds is?

"De grond der maan," zeide hij, "bestaat uit duizenden en duizenden naakte rotsgebergten, zonder valleien; maar in alle scheuren en kloven van den keiharden steen, tot op den oppersten top der hemelhooge alpen, ligt eene zwarte, sponsachtige aarde, die zeer vruchtbaar is.... In zulke voorwaarden zouden er geene groote boomen kunnen groeien; maar de almogende Schepper heeft er in voorzien: de boomen hebben er beweegbare wortelen, als zoovele voeten, en daarmede klimmen ze, alhoewel langzaam, de bergen op en af, om naar nieuwe en diepere grondlagen te zoeken.... Wat de maanmenschen betreft, die zijn nog al wonderlijker geschapen.

Naderhand heeft de Almogende God de Beemster van alles zoo overvloedig gezegend, dat het nu genoegzaam het groote Lusthof van Noord-Holland is, zoo in weiden, bouwlanden, boomgaarden, huizen, lusthoven, enz.

Alsmede door de zeevaart: welke middelen onze voorouders met groote naarstigheid behartigd hebben, en waartoe de Almogende God Zijnen zegen heeft gegeven. Waarmede ik alhier te kennen wil geven en aan Colevelt gevraagd wil hebben, of deze veranderingen eenige zwarigheid of schade baren? Ik kan zulks niet zien noch bemerken. Wat waren meest al de steden in Noord-Holland?