Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 mei 2025
Om over de strikte en betrekkelijke hoeveelheid warmte te handelen, welke verschillende soorten van steenkolen en andere brandstoffen opleveren, ontbreekt hier ruimte, waarom het voldoende zal wezen op te geven, wat in de gewone omstandigheden de meest gebruikelijke brandstof, steenkolen namelijk, aangaat; de volgende tafel geeft niet dat doel de gemiddelde consumptie per uur op, van goede steenkolen, voor goed ingerigte stoomwerktuigen van lagen druk, die met stoomontspanning werken, en zulks naar gelang derzelver nominaal vermogen in paardenkrachten.
Ten einde op eene eenvoudige wijze aan te toonen, welk voordeel in de stoomontspanning gelegen is, zullen wij van de eenvoudige lijnen der nevensstaande figuur ons bedienen. Laat A B C D eenen cilinder verbeelden waarin de zuiger door de lijn E F aangetoond wordt.
Maar voor stoomwerktuigen van zoogenaamde middelbare en hooge drukking, is een zoo algemeene regel ter berekening van derzelver nominaal vermogen, niet toe te passen; eensdeels omdat de spanning van den invloeijenden stoom daarin zeer onderscheiden is, en anderdeels omdat de stoomontspanning in deze werktuigen ook veel onderling verschilt, zoodat men voor dergelijke berekening, in het bijzonder, op de eigenlijke spanning van den toegevloeiden stoom en op deszelfs ontspanmaat in den cilinder moet letten, zoo als wij later zullen opgeven.
Verreweg in de meeste gevallen echter, en juist omdat Economie in brandstoffen eene hoofdzaak is, laat men zooveel stoom niet in den cilinder vloeijen, maar sluit de stoomvloeijing, op een zeker gedeelte van den zuigerslag, door middel van de daarvoor doelmatig gevormde stoomschuif af; de hoeveelheid ingelatene en aldus afgeslotene stoom, breidt zich alsdan in de toenemende ruimte, welke de bewegende zuiger verder oplevert, uit; langs dien weg verkrijgt men met eene bepaalde hoeveelheid brandstof een betrekkelijk grooter vermogen; dusdanige uitbreiding van afgesloten' stoom in eene steeds vergrootende ruimte, wordt stoomontspanning genoemd.
Uit hetgeen over de stoomontspanning gezegd is, laat zich de mogelijkheid begrijpen, hoe men door het doen vloeijen van eene kleine hoeveelheid hooger gespannen stoom in eenen cilinder, en dien daarin te doen ontspannen, tegen den daarin bewegenden zuiger, denzelfden gemiddelden druk kan daarstellen, gelijk gewoonlijk in stoomwerktuigen van lagen druk plaats vindt.
Door vergelijking van dit laatste geval met het voorgaande, waarin wij den zuiger, van deksel tot bodem doorgaande met stoom van 1-1/2 pond spanning deden dalen, en waarvoor de noodige hoeveelheid stoom ook weinig verschilt met een vierde deel van den inhoud des cilinders met stoom van 6 ponden spanning, wordt het voordeel der stoomontspanning duidelijk: met ontspanning ondergaat de zuiger natuurlijkerwijze den afklimmenden druk van 6 tot 1-1/2 pond, terwijl zonder ontspanning met 1-1/2 pond doorgaanden stoomdruk, de druk tegen den zuiger nimmer grooter is, maar altijd dezelfde blijft; vandaar dat met ontspanning, de gemiddelden druk meer dan de helft van den primitieve, dat is: 3-1/8 pond bedraagt.
Voor brandstof bezigt men ook nog uitgebrande steenkolen, coke of cooks geheeten; deze leveren eene grootere echter meer plaatselijke hitte op, doch zijn in vergelijking der kosten, minder voordeelig; voor Locomotiven, stoomwerktuigen op wielen, dat is voor stoomrijtuigen, is deze brandstof bijzonder goed geschikt, voornamelijk omdat men daar in een klein bestek veel warmte moet ontwikkelen, en omdat zoodanig vuur voor de daarmede in aanraking zijnde keteldeelen minder schadelijk is; deze locomotiven of stoomrijtuigen werken over het algemeen met stoom van hooge drukking en met weinig stoomontspanning, zoodat ook van die zijde de Economie weinig wordt begunstigd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek