Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
Het leven dat de Sneeuwmuis in haar ongastvrij, onbeschrijfelijk armoedig vaderland leidt, is tot dusver nog raadselachtig. Men weet, dat zij planten, hoofdzakelijk wortels en Alpenkruiden, gras en hooi tot voedsel gebruikt en ook een wintervoorraad van deze stoffen inzamelt; hoe zij op vele van de door haar bewoonde plaatsen nog voedsel genoeg kan vinden, is echter moeilijk te begrijpen.
De natuuronderzoekers kennen de Sneeuwmuis eerst sinds ruim een halve eeuw; Nagar ontdekte haar in 1841 in Andermatt op den St. Gotthard, Martins vond haar op den Faulhorn, Hugi op den hoogsten kam van den Strahleck, op een hoogte van ruim 3000 M., en op den Finsteraarhorn op 3600 M. hoogte boven den zeespiegel midden in den winter in een Alpenhut in de nabijheid van den Grindelwald-gletscher.
Blasius ontmoette de Sneeuwmuis op de bergen van Chambéry, op den Montblanc, op een 3600 M. hoog gelegen punt van den Bernina, op den hoogsten top van den Piz Linguard, die luttele schreden breed is en over een oppervlakte van slechts weinige vierkante voeten van sneeuw ontbloot was, op ongeveer 3300 M. hoogte in het hooge dal van den Oetz en op vele andere plaatsen van den Alpenketen.
Geen ander Zoogdier begeleidt de Sneeuwmuis het geheele jaar door op deze verstijfde hoogten der Alpen, die boven de grenzen der levende natuur vrij in 't luchtruim zich verheffen; slechts nu en dan volgt een onverbiddelijke vijand, een Wezel of een Hermelijn, haar spoor."
"Van alle Muizen," zegt Blasius, "heeft de Sneeuwmuis het kleinste, maar tevens het eigenaardigste verbreidingsgebied. Het omvat de Alpen in hun geheele uitgestrektheid. Bovendien werd zij aan de Selys van uit de Pyreneeën toegezonden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek