Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
Den geheelen dag werkt de brave Van Rheenen door, en steeds dieper daalt hij in den put neder. Zijne helpers hijschen het zand omhoog. De Zondag gaat voorbij, en de nacht komt, maar Van Rheenen gunt zich geen rust. Eene groote vermoeidheid overmeestert hem en hij kan de spade nauwelijks meer hanteeren, maar hij weet van geen ophouden.
Daar beneden immers verkeert een zijner makkers wellicht in stervensnood? Honderden menschen staan om den put geschaard. Opeens verzocht hij stilte. Hoorde hij daar geen geluid van uit de diepte tot zich komen? Ja, ja, het geluid herhaalt zich. De man leeft nog, en Van Rheenen roept het den omstanders toe. "Hij leeft! Hij leeft!" klinkt het van mond tot mond.
Maar het bulderend geraas van het neervallende zand wordt overstemd door het oorverdoovend gejubel van de velen, die getuigen waren van het moedige reddingswerk. Waarlijk, wel klopte onder dezen eenvoudigen werkmanskiel een heldenhart! Onder gejuich werden redder en geredde naar hunne woningen gebracht, en van alle kanten kwamen gelden in, om Van Rheenen een blijk van hulde te kunnen aanbieden.
Maar telkens duidelijker worden de kreten van het slachtoffer. Van Rheenen kan bijna de spade niet meer hanteeren, en alles aan zijn lichaam trilt en beeft van vermoeidheid. Reeds heeft hij onafgebroken dertig uren zijn zwaren arbeid verricht. Eindelijk, eindelijk dan toch ontvangt hij de kroon op zijn werk.
De houten wanden boven zijn hoofd doen een waarschuwend gekraak hooren, doch Van Rheenen werkt door, want daar beneden hem klinkt eene menschelijke stem, die om hulp smeekt. Hij graaft steeds verder, tot hij met zijne spade stuit op de ingevallen duigen van een kuip. Hij nadert dus den ongelukkige en zal hem weldra hebben bereikt.
O, dat geeft hem nieuwe krachten, en sneller daalt zijne spade in den grond. Een geestelijke wil in den put afdalen, om den levend begravene toe te spreken en hem te bemoedigen, maar men weerhoudt hem, opdat er geen oogenblik verloren zal gaan. 't Wordt Maandagmiddag vijf uur, en nog altoos zet Van Rheenen zijn edelmoedigen arbeid voort.
Van Rheenen werkt zonder ophouden voort, tot hij eindelijk niet meer kan. De spade ontvalt aan zijne bevende handen, en bewusteloos zijgt hij neder. IJlings hijscht men hem op. Zijn gelaat is doodsbleek. Spoedig opent hij de oogen weder en vragend kijkt hij met wezenlooze trekken de omstanders aan. Ha, hij herinnert zich! Daar beneden in den put ligt een mensch bedolven onder het zand.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek