Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Verre weg het grootste gedeelte der geslachtsnamen met het voorzetsel te samengesteld, is oorspronkelik inheemsch in de saksische gouen van ons land, bepaaldelik van Overijssel en Gelderland. Zie hier eenigen van die namen als voorbeelden: Te Boekhorst, Te Braake, Te Gempt, enz.
Friesch leven en Friesche volksaard heerschte dus in de provincies Groningen en Friesland, in het Westen van Drente, Overijssel en Utrecht, in Holland met uitzondering van Kennemerland, waar de Kannenefaten woonden, in Zeeland en het Vrije van Brugge. Sporen van Friesche zeden en taal vindt men nog in ruime mate in Holland, met name bij de landbouwers op de geestgronden. Vgl. Dr.
Van de 100 Gulden betaalde: Gelderland 5 Gld. 12 Stuiv. 13 Penn. Holland 58 » 6 » 4-1/4 » Zeeland 9 » 3 » 8 » Utrecht 5 » 16 » 7-1/2 » Friesland 11 » 13 » 2-3/4 » Overijssel 3 » 11 » 5 » Groningen en Ommelanden 5 » 16 » 7-1/2 » 100 » : » : » Drenthe betaalde 1 boven de 100 Gld.
Een Tjoelker is iemand, afkomstig van, of t'huis behoorende in het gehucht De Tjoele, dat by den dorpe Augustinusga ligt, in Friesland. Een Blesker is een man uit het gehucht De Blesse, op de grenzen van Friesland en Overijssel, tusschen de dorpen Peperga en Oldemark gelegen.
Tusschen de jaren 240 en 455 bekwam het Friesche rijk alzoo eene groote uitgestrektheid langs de kust der ~Noordzee~, bevattende alstoen een gedeelte van het tegenwoordige Vlaanderen, Zeeland, Holland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Friesland, Groningen, Drenthe, Oost-Friesland, Oldenburg enz., met de landen, later door de ~Zuiderzee~ ingenomen.
Zoo ontstonden de markvereenigingen of markgenootschappen, die meestal in de oorspronkelijk Saksische gedeelten van ons land: Drente, Overijssel en Gelderland voorkwamen en eerst door de wet van 10 Mei 1886 grootendeels zijn verdwenen. Deze wet toch machtigde ieder markgenoot de verdeeling der onverdeelde eigendommen te vorderen.
In sommige gemeenten van Friesland en Overijssel heeft zich het gebruik staande gehouden, op het kerkhof gekomen, driemaal het pad om het kerkhof rond te gaan; ook volgens het Oudindisch lijkritueel schreed men driemaal om het lijk, ten einde dit tegen invloeden van boozen aard te beveiligen.
Annen: Oelen. Assen: Straatslipers, Tellerlikkers en Biggen. Borger: Schöttellikkers. Buinen: Poepen. Duurse: Geldbeurzen en Boksen. Dwingeloo: Doeven. Eelde: Hekkenspringers en Geelgatten. Zie verder Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1903, bl. 55. Overijssel. Zwolle: Blauwvingers. In 1682 viel te Zwolle de toren van de Sint-Michiels kerk in.
In sommige streken van Nederland, vooral by de friso-saksische bevolking van noordelik Overijssel, van Drente en Groningerland, is Koop als een byzondere mansvóórnaam nog in volle gebruik. De maagschapsnamen Kopinga en Copinga, Koopsma, Koops, Coops en Kopen zijn er van afgeleid.
Hoe sterk de Saksers in hun geheel genomen zich over Nederland verspreid hebben, toont o.a. het Saksische vaatwerk, dat men in Drente, Friesland, Overijssel, Gelderland en Limburg vindt. Het zuiverst wordt wel het Saksisch gesproken in de Graafschap, in Salland en Twente.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek