Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 mei 2025


Toen, zie die millioenen werelden Rondom ons brandend, wentlend, hun bewoners Zagen mijn ronde licht in wijden hemel Slinken; de zee hief zich in vreemden storm; Nieuw vuur uit helle sneeuwgebergten, die De aardbeving spleet, schudde zijn dreigend haar Onder gefronsden hemel; bliksem, vloed, Kwelden de vlakten; blauwe distels bloeiden In steden, voedsellooze padden kropen Zuchtend in weelderige kamers rond, Toen Pest en Honger mensch, beest, worm beviel; En zwart bederf planten en boomen; 't koren, De wijnstok, 't weidegras, krielde van onkruid, Ondelgbaar, giftig, en hun groeikracht zuigend, Want mijn vervallen borst was droog van leed; De dunne lucht, mijn adem, was bezoedeld Met de besmetting van een moeders haat, Dien ze op den pijniger aêmde van haar kind.

Veel werden maar een knop, Veel werden door het lot vertrapt en stukgereten, Veel vroeg geplukt, en veel groeiden ondelgbaar op! Ik zelf was één van hen ! Zoo'n kleine bloem in donker ?

Sterke stammen, kon dat wezen, gij, die, op en in den grond, met uw' voeten vastgevezen , vamen diepe, ondelgbaar, stondt? Gij, die 't zwaar geweld der winden, kreunende, op uw kruinen droegt; die zoo lang den boosgezinden wintervijand wedersloegt? 't Edel hoofd intweengespleten, knoken in den grond geboord, wie heeft 't al u afgebeten, dat uw' schoonheid toebehoort?

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek