Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Krentenkoek. 1 p. bloem, 4 o. krenten, 2 o. boter, 1/2 kan melk, 6 l. gist, een kopje suiker, 2 eijeren, wat zout en foelie of kaneel. De melk, eijeren, suiker, boter, krenten en kruiderijen, worden met de helft van het meel en de helft van de gist beslagen, men laat dit rijzen, voegt er het overige bij, en beslaat het weder.
Men bakt hiervan in rijkelijk boter en reuzel een koek, op beide zijden bruin en bestrooit dien met suiker. Rijstpannekoeken. 2 1/2 o. gebroeide rijst kookt men met een stukje boter, wat zout, kaneel en citroenschil en 1 o., 2 1/2 l. rozijnen, die er iets later worden bijgevoegd, in melk goed gaar, maar dik.
Men laat ze daarna op een vergiet uitlekken, en legt ze met de gepelde pitten, de kaneel en de nagelen in eene flesch; den azijn kookt men nog wat dikker, en giet hem koud op de vruchten. Na verloop van eenige dagen kookt men hem weder op en herhaalt dit later nog eens. Kwetsen in het zuur.
Siamsago wordt in 2 k. melk goed gaar gekookt; dan roert men er een goed stuk boter, 2 1/2 ons krenten, 1 o. sucade, 4 eijerdoijers, suiker naar den smaak, wat kaneel en het geklopte eiwit door; bestrooit het vervolgens met gestooten beschuit en suiker, legt er hier en daar kleine stukjes boter op en laat het 1 uur in den oven bakken.
Men breekt er stukjes af, en maakt daar, met de hand rolletjes van, ongeveer eene kwart el lang, waarvan men de beide einden tot elkander buigt en vastdrukt; deze kransjes worden met geklutste eijeren of een weinig gesmolten boter bestreken, en met suiker en kaneel bestrooid, en bij goede warmte vlug gebakken.
Witte sagopudding. 2 o. sago wordt in melk gaar en dik gekookt; als zij wat verslagen is, vermengd met 1 o., 2 l. boter evenveel suiker, wat kaneel en citroenschil, 1 1/2 ons gestooten beschuit, 10 eijerdoijers en het geklopte eiwit; daarop 2 1/2 uur gekookt en met rhumsaus gegeven.
Eijergelei. 1 k. melk, 9 eijeren en van 4 het wit, de schil van 1 citroen, suiker en kaneel, roert men in een diepen schotel dooreen, zet dien toegedekt op den wasem van kokend water en laat hem staan tot alles dik geworden is. Koud zijnde, wordt de gelei met suiker bestrooid en gegeven met ingemaakte vruchten. Hangop.
Dit deeg rolt men op de met meel bestoven taartenplank dun uit, en steekt er met een blikken vorm sterren van, die men daarna met het afgehouden eiwit besmeert en, op eene gewaste plank, langzaam bakt. Men kan ook een deeg maken van 5 o. bloem, 3 o., 3 lood boter, 6 1/2 l. suiker, 2 eijeren, 8 w. kaneel en hertshoornzout, volgens No. 22.
Pepernoten. 5 o. suiker wordt met 10 eijerdoijers een kwartier geroerd, 3 geraspte notenmuskaten, kaneel naar den smaak, en 5 o. bloem er bijgevoegd, dit alles tot kleine balletjes gerold, en die langzaam gebakken.
Voor de drie laatstgenoemde soorten doet men 1 lepel suiker en wat kaneel of foelie in het beslag. Pannekoeken van boekweitenmeel. Op ieder glad afgestreken kopje meel neemt men datzelfde kopje vol warm water en een goeden lepel melk, 8 w. gist en wat zout; men kan er ook krenten bijvoegen. Dit beslaat men stevig en laat het rijzen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek