Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Eene oude Indiane, aan welke JOANNA kennis hadt, haar te deezer tyd op de Hoop een bezoek zynde komen geven, was ik door haare bekwaamheid en zorge spoedig geneezen. Maar myn klein huisgezin bleef by aanhoudenheid in zulk een ellendigen staat, dat ik besloot haar naar Paramaribo te doen vertrekken, eer het te laat mogt zyn.

"Mevrouw D. B bevind zig steeds te Surinamen, alwaar de schulden van haaren man haar houden, tot dat Fauconberg verkocht is, om dezelve te betaalen. Deeze vrouw is tegenwoordig by my gehuisvest, alwaar de ongelukkige JOANNA haar bedient; en zy behandelt dit jong meisjen met veel tederheid en achting."

Maar denzelfden dag, des morgens ten tien uuren, met JOANNA voor myne wooning zittende, ontving ik een onverwagt bezoek van den heer STEEGER, één van onze Heelmeesters. Na myn pols gevoeld, en myne tong bekeken te hebben, verklaarde hy my, zonder omwegen, dat ik des anderen daags een lyk zoude zyn, indien ik zyn voorschrift niet volgde.

JOANNA standvastig by haar besluit gebleven zynde, verzogt van my verlof om te vertrekken, en begaf zig naar het huis van haare Tante.

In plaats van in de Stad te blyven, verkoos zy tans liever naar Fauconberg te gaan, slechts vier mylen van de Plantagie de Hoop af liggende: ik vergezelde haar dadelyk tot aan deeze Plantagie. Ik vond aldaar een ouden slaaf, dien JOANNA my zeide haar grootvader te zyn, en die my zes stuks gevogelte ten geschenke gaf.

Byna op deezen zelfden tyd, na vier maanden lang aan alles gebrek gehad te hebben, ontfing ik het overschot van mynen voorraad, welken men my van de Plantagie Mocha zondt; maar voor drie vierde door de kakkerlakken vernield: ik deelde het beste onder de zieken uit, maar het geen my het grootste genoegen deedt, was te vernemen, dat JOANNA en myn zoon JOHNNY buiten gevaar waren, en te Paramaribo herstelden.

De 500 guldens, welken ik aan Mevrouw GODEFROY ter hand stelde, waren eene geringe afkorting op de 1800 guldens, die ik haar schuldig was, en met dit al had zy de edelmoedigheid, om my op nieuw aan te zetten, ten einde JOANNA en mynen zoon naar Holland mede te nemen.

Ik keer tans tot myn verhaal te rug. Ik heb gezegd, dat de slaven, die ter myner beschikking stonden, bezig waaren met eene wooning te maaken, om JOANNA daar in te ontfangen: zy voltooiden het in vyf of zes dagen.

Zie eens welk een honger die stomme dieren hebben! kijk hoe zij pikken: wacht! daar komen de Joanna en Ulrica aan: die zullen ook wel wat lusten." Joanna en Ulrica waren twee kalkoentjes, die, alleen van een groot broedsel overgebleven, dat de prooi van een vos geworden was, door de twee kinderen aldus naar hun namen genoemd waren.

Groote verpligtingen hebbende aan eene uwer Mulatte Slavinnen, de dogter van wylen den heer KRUYTHOFF, genaamd JOANNA, die my in myne ziekte heeft opgepast, wilde ik haar myne dankbaarheid betuigen, door van ulieden, myne Heeren! haare vryheid onverwyld te koopen. Verwaardig u my den prys op te geven; dezelve zal u op het oogenblik betaald worden; en gy zult verpligten,

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek