United States or Iceland ? Vote for the TOP Country of the Week !


En dit transponeeren moge bewust of onbewust geschied zijn, het feit was voldoende, om des schrijvers heerschersbewustzijn te verlammen, want Querido is een van de weinigen, wellicht de eenige, tegenover wien Querido en dit spreekt m.i. van zelf zich, in den boven aangegeven zin, geen heerscher voelt.

Want waar dit psychische heerschersbewustzijn is het hoogste waarschijnlijk, dat een mensch bezitten kan, en dat men vooral niet moet verwarren met allerlei lagere verwante vormen, zooals heerschzucht, bazigheid, enz.! daar is die menschheidsliefde en omgekeerd, maar waar, daarentegen, genegenheid voor een persoon optreedt, daar wordt het heerschersbewustzijn ten opzichte dier persoon gebroken.

Zou dat niet zijn, omdat in zulk een oogenblik voor het oog van de ziel, alle tijdelijke, geestelijke zoowel als stoffelijke, uiterlijkheid is weggevallen en ziel slechts ziel ziet? Indien men de aanwezigheid van het machtige heerschersbewustzijn in onzen auteur door ontleding van zijn werk wilde bewijzen, men zou dit reeds alleen door de analyse van de figuur Stijn Burk afkunnen.

Het is het heerschersbewustzijn van den auteur, dat bestaansmogelijkheid scheppende oorzaak is gelijk ik reeds aanduidde van al het voortreffelijke in dezen arbeid en tevens zelf het voortreffelijkste kan worden genoemd, zóó als de aarde en het zonlicht het voortreffelijkste in een tuin van zelfs alleredelste bloemen zijn.

Ook in dit werk is het heerschersbewustzijn aanwezig, maar gedeeltelijk, niet zoo volkomen alles doorstralend als bij Querido.

Maar is Querido's machtig heerschersbewustzijn ten opzichte zijner scheppingen, zoowel als de onontbeerlijkheid daarvan voor het welslagen als episch auteur, aan Stijn Burk en al de andere prachtig geslaagde figuren te demonstreeren, die onontbeerlijkheid alleen zou men ook vrijwel kunnen aantoonen, door de aandacht te vestigen op die ééne minder geslaagde in het geheele boek ofschoon ook die zeer zeker een waarlijk-levend mensch is gebleven jegens wien hem grootendeels het heerschersbewustzijn ontbroken heeft: Karel Burk, den begaafden Don Juan van de Jordaan.

Dat het heerschersbewustzijn, zooals ik reeds opmerkte, niet overal in voldoend-sterke mate aanwezig is, zou men kunnen demonstreeren o.a. aan de figuur van Madame Goldscheider, de gewikste waardin, tegen wie nu en dan, zeer ten onrechte, door de schrijfster wordt opgezien, en die door haar merkbaar wordt overschat.