Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Velen zijn sterk en rijk, wilden wel goed zijn, En leven toch onder hun medemenschen Die lijden, of er niemand iets gevoelde: Zij weten zelf niet wat zij doen. Uw woorden Zijn als een wolk gevlerkte slangen; toch Bemedelij ik wie zij niet doen lijden. Bemedelijdt ge? Ik spreek niet meer! Wee mij! Wee mij! helaas! pijn, pijn, eeuwig, voor eeuwig!
Gletschers, aansluipende, doorboren mij Met speren van kristal in maan bevrozen; De helle ketens vreten me in 't gebeent Met kou die brandt; 's Hemels gevlerkte hond, Met gif niet van hemzelf, van uwe lippen, Zijn bek bezoedelend, verscheurt mijn hart; En vormlooze gezichten zwerven aan, Spookge bevolking van het droomenrijk, Spottend met mij; de Aardbeving-demons moeten De spijkers uit mijn sidderende wonden Loswringen, wen de rots splijt en weer sluit; Wijl uit hun luide afgronden huilend zwermen Stormgeesten, 't razen van den wervelwind Opzweepend, treffend mij met scherpen hagel.
Al langzaam langer speelt, dwersdeur de weidegronden, 't zij welker koe een beeld van schaduw bijgebonden; en, wangedrochtig groot, in 't donker gers, voortaan, zie 'k zwarte spoken van gevlerkte koeien staan. Goên nacht!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek