Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Deze, de vertegenwoordigers van een ouderen Frankischen stam, immers volgens Tacitus verwant met de Chatten, waren het eerst met de Romeinen in aanraking gekomen: reden, waarom zij, hoezeer ook ten onrechte, als de oorspronkelijke bewoners van Nederland werden beschouwd. De Franken woonden in het begin hoofdzakelijk in Salland.
Maar voor ons meer van belang dan het ontleende is het oorspronkelijke, meer dan het vreemde, het litteraire en kunstmatige, is het karakteristieke: wij bevinden, dat onze volksspreekwoorden en uitdrukkingen worden gekenmerkt door de eigenaardigheden van Frieschen, Saksischen en Frankischen volksaard, door vaderlandsche beroepen en bedrijven, door klimaat en gesteldheid van den bodem, door sociale invloeden van allerlei aard.
Eveneens de oude vadersnamen Clotinck en Cloetingh, en den naam van het dorp Kloetinge, by ter Goes in Zeeland. Kan deze mansnaam Kloot samenhangen met den oud-germaanschen naam, in frankischen form, Chlodio? De nederlandsche form die aan dezen ouden naam beantwoordt, is anders Lode, Lude, Luite.
Vooral de stroeve ernst der meer rechtlijnige streekdorpen kontrasteert met de innigheid der komdorpen en meer nog met de frivole dartelheid der groepdorpen op Frankischen bodem. Eenzaam, als het ware een leven leidend afgescheiden van de gemeenschap, liggen beschut door werven en grachten en half weggedoken achter dichte boomgroepen de afzonderlijke hoeven.
Op de komst van dezen, vlugtte Radboud, namen de Friesche Koningen een einde en de Friezen het Christendom aan, waarbij zij zich stelden onder de bescherming van den Frankischen Koning, die eerlang mede Keizer van Duitschland werd. Van Karel den groote tot Albert van Saksen. Van omstreeks het Jaar 800 tot 1498. Koning der Franken, Keizer van Duitschland, Beschermheer der Friezen.
Hij werd daarin niet verhinderd door den vreedzamen Koning der Friezen ADGILD I, die zelfs den bisschop WILFRIED, op deze kusten gestrand, in bescherming nam tegen den Frankischen vorst EBROIN, en hem toeliet hier te onderwijzen en te doopen. Aan hem bleek het, dat vele Friezen minder afkeerig waren van het Christendom dan van de Franken.
De verzen, of beter gezegd, de epische poëzie, die zij ontleenden aan de geschiedenis van het Carlovingische tijdperk, waren bekend als chansons de gestes, »zangen van daden« van den grooten Frankischen Keizer en zijne onoverwinnelijke paladijnen.
Daar hebben deze Oosterlingen zelfs nog na de overwinningen van dien Frankischen Martel, eene streek aan de zeekust, namelijk den omtrek van Narbonne, bezeten, van waar uit zij hunne strooptochten naar het binnenste gedeelte van Frankrijk geruimen tijd herhaalden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek