Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Straten en Stratenus, met Straatsma, Stratingh en Straatjes, zijn patronymikale maagschapsnamen, waar de oud-germaansche, door Förstemann aangetoonde mansvóórnaam Strato aan ten grondslag ligt. In de lijsten van Wassenbergh vindt men dezen naam, Strate, als een friesche vermeld.
De geslachtsnaam Zeven eindelik zoude oorspronkelik ook een oud-germaansche mansvóórnaam kunnen zijn, de zelfde als de naamstam Sew, door Förstemann vermeld, en die ook oorsprong gaf aan de patronymikale geslachtsnamen Sevensma en Zevensma in Friesland, en Sevens in Vlaanderen.
Strooisma toch kan opgevat worden als slechts in tongval of in spelling te verschillen van den eveneens in Friesland inheemschen geslachtsnaam Stroosma. Te weten van den oud-germaanschen, ook door Förstemann vermelden naam Strodo, Strode, by afslyting Stro. Van dezen zelfden naam is ook het saksische patronymikon Stroïnk, dat nog heden in Twente als geslachtsnaam voorkomt, afgeleid.
Zie § 164. In Kool en Cool kan ook de oud-germaansche, door Förstemann vermelde mansvóórnaam Colo schuilen. Zie bl. 102. Nevens Boerkool komt ook de geslachtsnaam Boerkoel voor. En dan, als toegift, noemen wy hier nog de geslachtsnamen Mostert, Olie, Oly en Honig.
Mette is de oud-germaansche mansvóórnaam, in de naamlijst van Brons als een friesche vermeld, die aan de geslachtsnamen Metten en Mettenius ten grondslag ligt. By Förstemann komt deze zelfde naam als Matto voor. Talrijk zijn de nederlandsche maagschapsnamen die aan dezen naam ontleend zijn.
De geslachtsnaam Amesz is het patronymikon van den ouden, by Förstemann als Amo, by Leendertz als Ame vermelden mansvóórnaam, waarvan ook de geslachtsnaam Amama een friesch patronymikon is.
De naam van den roofvogel valk diende den ouden Germanen almede als mansvóórnaam. Als Falacho, Falco wordt hy vermeld in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch. Förstemann hecht evenwel eene andere beteekenis aan dezen naam. Tot in de 17de eeu bleef deze naam in Holland in gebruik. Ook in den jare 1471 woonde er te Schoonhoven zekere Valk Mertensz.
Enkelen van deze namen wil ik nader verklaren. Arekens is het patronymikon van Areken, dat weêr een verkleinform is van den oud-germaanschen, by Förstemann vermelden mansvóórnaam Are. Arekens echter zou ook kunnen komen van Areken, Aarnken, verkleinform van Aarn, Arn, samentrekking van den vollen ouden mansnaam Arend. Arnken komt ook als geslachtsnaam voor.
Surie en Sury zijn op bl. 48 reeds verklaard. Schoonie is eene verbastering van Schonia of Schoninga; deze laatste volle form komt nog als geslachtsnaam in de friesche gewesten voor. De mansvóórnaam die aan dit patronymikon ten grondslag ligt, is de oud-germaansche naam Schone, Skauni, die door Förstemann vermeld wordt.
De mansvóórnaam Eige of Eigen is de oud-germaansche, door Förstemann vermelde naam Eigen, Agino, Agin. De naam Eiler is ook bekend, en eveneens in Nederland wel in gebruik. De volle, oude form daarvan is Agilheri, Eilher, en de enkelvoudige geslachtsnaam Eilers is er mede van afgeleid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek